C-346/25 Fibo Markets
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 21 juli 2025 Schriftelijke opmerkingen: 7 september 2025
Trefwoorden: consumentenbescherming, financieel instrument, rechtskeuzebeding
Onderwerp: Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome I): artikel 6, lid 4, onder d).
Tsjechische verzoekster heeft via een raamovereenkomst met een Cypriotische makelaar contracts for differences (CFD’s) verhandeld op de valutamarkt. Bij een transactie in oktober 2014 ontstond vertraging waardoor de transactie tegen een slechtere koers werd uitgevoerd. Verzoekster vordert schadevergoeding voor gederfde winst. Het is de vraag of de procedure voor de prijsvaststelling van de CFD’s aanleiding geeft tot het ontstaan van rechten en verplichtingen die een financieel instrument vormen en derhalve voorwerp zijn van de uitzondering op de consumentenbescherming van artikel 6, lid 4, onder d), Rome I-verordening, dan wel of ze verband houden met de verrichtingen van financiële diensten, die krachtens artikel 6 wel onder de consumentenbescherming vallen. Deze beantwoording van deze vraag is relevant voor het kunnen bepalen welk recht van toepassing is op het geschil.
Prejudiciële vraag: Moet artikel 6, lid 4, onder d), van verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) aldus worden uitgelegd dat rechten en verplichtingen die een financieel instrument vormen ook de rechten en verplichtingen omvatten die verband houden met de procedure voor de vaststelling van de prijs van financiële contracten ter verrekening van verschillen (contracts for differences) of met de procedure voor de vormgeving van het verschil tussen de prijzen van de onderliggende activa waarop deze contracten betrekking hebben?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-208/18; C‑500/18; C 678/15.
Specifiek beleidsterrein: JenV; FIN; EZ
