C-357/24  Freistaat Bayern

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    19 juli 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    5 september 2024

Trefwoorden: Sociale zekerheid; arbeidsongeschiktheid; aansprakelijkheid

Onderwerp: Verordening 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels: artikel 85, lid 1.

Feiten:
Verzoekende partij is ‘Freistaat Bayern’. Zij vordert een vergoeding van verwerende partij (een aansprakelijkheidsverzekeraar) voor de schade die zij heeft geleden door haar werknemer ‘X’ een uitkering bij ziekte te betalen. X is betrokken geweest bij een verkeersongeval in 2015, waarna ze een medische behandeling moest ondergaan en een tijd arbeidsongeschikt is geweest. Verzoekende partij baseert haar vordering op artikel 85 van verordening 883/2004, omdat zij stelt dat ze door de betaling van de uitkering bij ziekte is gesubrogeerd in de rechten van haar werknemer ten opzichte van de derde (degene die het verkeersongeval had veroorzaakt). Verwerende partij is het niet eens met de stelling.

Overweging:
De zaak gaat om een vordering voor de prestaties die persoon X krachtens de Duitse wetgeving heeft ontvangen wegens letsel als gevolg van het ongeval in Kroatië. De Kroatische materiële wettelijke regels inzake de verplichte motorrijtuigenverzekering kent geen instelling van vergoeding van indirecte schade, die door een derde partij wordt gedragen als gevolg van de schade die de benadeelde partij heeft geleden. Vanwege het ontbreken van het recht op deze schadevergoeding in de nationale wetgeving, rijst de vraag of een Duitse werkgever op grond van artikel 85, lid 1, van verordening 883/2004 in het recht van zijn werknemer kan subrogeren of zelfs een rechtstreekse vordering tot schadevergoeding bij een derde kan indienen, in dit geval bij de verzekeraar van de persoon die verantwoordelijk is voor het ontstaan van het ongeluk. 

Prejudiciële vraag:
Moet artikel 85, lid 1, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus worden uitgelegd dat een werkgever, als orgaan dat verplicht is om prestaties uit te betalen, alleen dan uit hoofde van prestaties bij ziekte die aan een werknemer zijn betaald wegens een letsel als gevolg van een gebeurtenis op het grondgebied van een andere lidstaat, tegen de derde die ertoe gehouden is de schade te vergoeden, of diens wettelijke aansprakelijkheidsverzekeraar, een verhaalsrecht kan uitoefenen wanneer er een rechtsgrondslag bestaat om een dergelijke vergoeding te vorderen in de lidstaat waar de schade is ingetreden?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: SZW