C-36/21 Sense Visuele Communicatie en Handel 

Contentverzamelaar

C-36/21 Sense Visuele Communicatie en Handel 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     12 maart 2021
Schriftelijke opmerkingen:                     26 april 2021

Trefwoorden : vertrouwensbeginsel; landbouw

Onderwerp :

-           Verordening (EU) Nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

-           Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Feiten:

Een landbouwer moet over betalingsrechten beschikken om in aanmerking te komen voor de basisbetaling, de vergroeningsbetaling en de betaling voor jonge landbouwers. Om in 2018 in aanmerking te komen voor genoemde betalingen, was het voor verzoeker van belang om betalingsrechten te verkrijgen. Betalingsrechten kunnen worden gekocht, of uit de nationale reserve worden toegewezen aan jonge landbouwers. Verzoeker is een vennootschap met twee vennoten en exploiteert sinds 2017 een vleesvarkensbedrijf. Verzoeker heeft naar aanleiding van contact met het klantcontactcentrum van de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) een gecombineerde opgave ingediend bij verweerder (ministerie van LNV). De aanvraag voor betalingsrechten uit de nationale reserve werden afgewezen vanwege de leeftijdseis (primair besluit I). Daardoor werd de aanvraag voor betalingsrechten, vergroeningsbetaling en extra betaling jonge landbouwers ook afgewezen (primair besluit II) omdat verzoeker op 15-05-2018 geen betalingsrechten in gebruik had. Vervolgens nam verzoeker weer contact op met het klantcontactcentrum waarbij haar weer werd bevestigd dat zij wel voldoet aan de leeftijdseis. Hierop diende verzoeker bezwaar in, welke werd afgewezen. Het gaat in deze procedure over de vraag of  verweerder in strijd heeft gehandeld met het vertrouwensbeginsel en onrechtmatig heeft gehandeld door verzoeker geen schadevergoeding aan te bieden. Aannemelijk is dat verzoeker op basis van de informatie van het klantcontactcentrum geen betalingsrechten heeft gekocht. Verzoeker stelt hierdoor de uitbetaling van de basisbetaling en vergroeningsbetaling in 2018 te zijn misgelopen.

Overweging:

Een door het nationale bestuursorgaan te betalen schadevergoeding komt niet ten nadele van de Uniebegroting en leidt ook niet tot ernstige mededingingsverstoringen tussen de lidstaten. De verwijzende rechter twijfelt of het Unierecht zich ertegen verzet dat aan de hand van het nationaalrechtelijke vertrouwensbeginsel wordt beoordeeld of een nationaal bestuursorgaan in strijd met een Unierechtelijke bepaling vertrouwen heeft opgewekt en aldus naar nationaal recht onrechtmatig heeft gehandeld door niet de schade te vergoeden die de justitiabele als gevolg daarvan heeft geleden, indien de justitiabele zich niet met succes kan beroepen op het Unierechtelijke vertrouwensbeginsel, omdat het gaat om een duidelijke Unierechtelijke bepaling. Aangezien de uitleg van het Unierecht op dit punt noodzakelijk is voor de beslechting van het geschil, is de verwijzende rechter gehouden dienaangaande het Hof om een prejudiciele beslissing te verzoeken.

Prejudiciële vraag:

Verzet het Unierecht zich ertegen dat aan de hand van het nationaalrechtelijke vertrouwensbeginsel wordt beoordeeld of een nationaal bestuursorgaan in strijd met een Unierechtelijke bepaling vertrouwen heeft opgewekt en aldus naar nationaal recht onrechtmatig heeft gehandeld door niet de schade te vergoeden die de justitiabele als gevolg daarvan heeft geleden, indien de justitiabele zich niet met succes kan beroepen op het Unierechtelijke vertrouwensbeginsel, omdat het gaat om een duidelijke Unierechtelijke  bepaling?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: 316/86; C-568/11; C-120/17; Erzeugerorganisation Tiefkuhlgemuse C-516/16; Vereniging Nationaal Overlegorgaan Sociale Werkvoorziening C-383/06;

Specifiek beleidsterrein: LNV; JenV