C-360/25 Schoger II
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 6 augustus 2025 Schriftelijke opmerkingen: 21 september 2025
Trefwoorden: btw-vrijstelling, staatssteun
Onderwerp: VWEU: artikel 107, lid 1; Richtlijn 2006/112/EG (btw): artikel 135, lid 1 en artikel 132.
Deze zaak ziet op een vraagstuk waarbij een nationale btw-vrijstelling in Oostenrijk mogelijk in strijd is met richtlijn 2006/112 (btw-richtlijn). De verzoekende partij, bank X, heeft de nationale vrijstelling voor interbancaire diensten toegepast tussen 2013 en 2017. In het kader van een latere belastingcontrole kwam dit tot een herbeoordeling en correctie van de btw-aanslag, wat resulteerde in een geschil over de geldigheid van de Oostenrijkse vrijstelling. De prejudiciële vragen vloeien voort uit de onzekerheid of de vrijstelling tot een voordeel voor bank X heeft geleid. De nationale bepalingen zijn namelijk gunstiger ten opzichte van Unierecht en kan daarmee mogelijk staatssteun vormen in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU.
Prejudiciële vraag: Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt krachtens artikel 267 VWEU verzocht om een prejudiciële beslissing over de vraag of onderstaande btw-vrijstelling moet worden aangemerkt als een steunmaatregel van de staat in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: Zijn vrijgesteld van btw, diverse diensten die onderling worden verricht tussen ondernemingen die zich hoofdzakelijk toeleggen op diensten van bancaire aard of op het gebied van verzekeringen of pensioenfondsen, voor zover deze diensten rechtstreeks worden gebruikt ter verrichting van de genoemde vrijgestelde handelingen en voor het beschikbaar stellen van personeel van deze ondernemingen aan de in de eerste volzin genoemde groeperingen.
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-460/24; C-172/03; C-460/07; T- 351/02 Deutsche Bahn; C-83/98 P Frankrijk/Ladbroke Racing Ltd; C-156/98 Commissie/Duitsland; C-20/15 P; C-21/15 P Commissie/World Duty Free Group e.a; C-75/97 België/Commissie; C-143/99 Adria-Wien Pipeline; C-184/23 Finanzamt T II; C-81/10 P France Télécom SA/Commissie.
Specifiek beleidsterrein: EZ; FIN-fiscaal
Prejudiciële hofzaak C-360/25 Schoger II