C-372/25 Raiffeisenbank im Walgau
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 8 augustus 2025 Schriftelijke opmerkingen: 25 september 2025
Trefwoorden: kredietovereenkomsten, consumentenbescherming, vreemde valuta
Onderwerp: Richtlijn 2014/17/EU (inzake kredietovereenkomsten voor consumenten): artikel 4, punt 28 en artikel 23.
Verzoekers zijn echtgenoten en consumenten die gezamenlijk een kredietovereenkomst hebben gesloten met een bank in 2021 voor de aankoop van een huis in Oostenrijk. Eén verzoeker werkte in Oostenrijk en kreeg haar salaris in euro’s en de ander werkte in Liechtenstein en ontving inkomen in Zwitserse frank. Verzoekers verzochten de bank in 2023 om omzetting van het krediet in Zwitserse frank, op grond van artikel 4, punt 28 en artikel 23 van richtlijn 2014/17, maar de bank weigerde. De vraag is of omzetting afdwingbaar is wanneer slechts één consument aan de voorwaarden voor een ‘lening in vreemde valuta’ voldoet (en daarmee recht op omzetting heeft).
Prejudiciële vragen: 1. Moet artikel 4, punt 28, van richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en verordening (EU) nr. 1093/2010 aldus worden uitgelegd dat er ook sprake is van een lening in vreemde valuta wanneer twee consumenten gezamenlijk een krediet opnemen en slechts één van hen voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld onder a) of b) van die bepaling?
2. Moet artikel 23 van richtlijn 2014/17/EU aldus worden uitgelegd dat, wanneer een krediet gezamenlijk wordt opgenomen door twee consumenten van wie er slechts één voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, punt 28, onder a) of onder b), van die richtlijn, alleen de consument die aan die voorwaarden voldoet, kan verzoeken om omzetting van het krediet in een andere valuta? Indien de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord:
3. Moet artikel 23 van richtlijn 2014/17/EU aldus worden uitgelegd dat, wanneer een krediet gezamenlijk wordt opgenomen door twee consumenten van wie er slechts één voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, punt 28, onder a) of onder b), van die richtlijn, de consument die aan die voorwaarden voldoet, met instemming van de andere consument of samen met de andere consument om omzetting van het krediet in een andere valuta kan verzoeken?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-186/16 Banca Româneasca.
Specifiek beleidsterrein: FIN