C-381/07, TOS. arrest van 6 november 2008

Contentverzamelaar

C-381/07, TOS. arrest van 6 november 2008

Signaleringsfiche

Arrest van het Hof van Justitie van 6 november 2008 in zaak C-381/07, Association nationale pour la protection des eaux et rivières (TOS) tegen Ministère de l’Écologie, du Développement et de l’Aménagement durables

Betrokken departementen

VROM, VenW, LNV

Sleutelwoorden

Verontreiniging van het aquatisch milieu - richtlijn 2006/11 - artikel 6 – gevaarlijke stoffen – lozingen – voorafgaande vergunning – vaststelling van emissienormen – aanmeldingsregeling – visteelt.

Beleidsrelevantie

De vergunningplicht uit richtlijn 2006/111 staat niet in de weg aan de invoering van een stelsel van algemene regels ter regulering van lozingen van verontreinigende stoffen op het oppervlaktewater, mits dit stelsel wordt toegepast in het kader van de uitvoering van de kaderrichtlijn water.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum

Deze Hofzaak gaat over de vraag naar de toelaatbaarheid van een stelsel van algemene regels ter regulering van lozingen van bepaalde gevaarlijke stoffen op het oppervlaktewater. Directe aanleiding voor dit vraagstuk is het tegelijkertijd van kracht zijn van twee Europese richtlijnen op gebied van waterkwaliteitbeleid. Enerzijds richtlijn 2006/11 die vereist dat voorafgaand aan elke lozing van bepaalde verontreinigende stoffen een vergunning, waarin op die lozing toegesneden emissienormen zijn opgenomen, wordt afgegeven (vergunningplicht). Anderzijds de kaderrichtlijn water die naast de mogelijkheid van een vergunningplicht ook voorziet in andere methoden voor regulering van lozingen op het oppervlaktewater, waaronder een stelsel van registratie op basis van algemeen verbindende voorschriften. De kaderrichtlijn water voorziet in intrekking van richtlijn 2006/11 per 2013.

Het Hof overweegt dat een stelsel van algemene voorschriften, gecombineerd met een meldplicht en een recht van verzet voor het bevoegd gezag, niet gelijk gesteld kan worden aan de vergunningplicht van richtlijn 2006/11. Dit betekent echter niet dat richtlijn 2006/11 gelet op het overgangsrecht van de kaderrichtlijn water, in de weg staat aan de invoering van een stelsel van algemene regels. Ingevolge een overgangsbepaling in de kaderrichtlijn water kunnen lidstaten bij de uitvoering van richtlijn 2006/11 “de beginselen van de kaderrichtlijn water” toepassen. Dit betekent dat lidstaten, ook al vóór 2013, kunnen kiezen voor invoering van een stelsel van algemeen verbindende voorschriften ter vervanging van een systeem van individuele vergunningverlening. Het Hof verbindt hieraan een voorwaarde: Het stelsel van algemene regels moet toepassing vinden in het kader van de uitvoering van de kaderrichtlijn water.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau

De uitkomst dat, ook voor 2013, een stelsel van algemene regels onder voorwaarden is toegestaan, is gunstig. Voor de regulering van een groot deel van lozingen op oppervlaktewater is in Nederland immers de overstap gemaakt van een systeem van individuele vergunningverlening naar een systeem van algemeen verbindende voorschriften (bijvoorbeeld het zgn. Activiteitenbesluit). Vanwege de voorwaarde dat deze algemene regels ingebed zijn in de uitvoering van de kaderrichtlijn water, verdient het aanbeveling bij de totstandkoming van de stroomgebiedbeheersplannen de bijdrage van de bestaande algemene regels aan de doelstellingen van de KRW nader te bezien en goed te onderbouwen. Bovendien moet bij de totstandkoming van nieuwe besluiten met algemene regels (zoals Besluit algemene regels lozingen buiten inrichtingen en het Besluit landbouwactiviteiten) expliciet aandacht worden besteed aan het verband met de kaderrichtlijn water.

Voorstel voor behandeling

De ICER zendt het fiche en het bijbehorende arrest aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.

1: richtlijn 2006/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd