C-401/25 Elettronica Industriale II  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     15 augustus 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     1 oktober 2025

Trefwoorden: elektronischecommunicatiediensten, gebruikersrecht op radiofrequenties, vrij verkeer van diensten, beginsel van dienstenneutraliteit

Onderwerp: Richtlijn 2002/21 (gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten): artikelen 9 en 9 bis; VWEU: artikel 56.

Verzoeker is ‘Elettronica Industriale’, houdster van het gebruiksrecht voor digitale terrestrische televisie (DVBT) op vijf multiplex netwerken. In 2016 diende zij een verzoek in om de beperkingen op haar frequentierechten te herzien, om ‘700 MHz’-band in te kunnen zetten voor mobiele breedbanddiensten (5G). Het verzoek werd afgewezen omdat het nationale frequentieverdelingsplan en artikel 9 van de Europese kaderrichtlijn aan onvoorwaardelijke dienstenneutraliteit grenzen stellen binnen de banden die bij het plan zijn gereserveerd, waar niet individueel van afgeweken kon worden. De verwijzende rechter vraagt of er onder het Unierecht (Richtlijn 2002/21) afgewezen mag worden van het nationaal opgestelde plan, ter bevordering van de dienstenneutraliteit. 

Prejudiciële vraag: 
Staan de artikelen 9 en 9 bis van richtlijn 2002/21/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/140/EG, en de bepalingen van het VWEU inzake het vrij verrichten van diensten in de weg aan een nationale maatregel die de houder van gebruiksrechten op radiofrequenties verplicht om deze frequenties te gebruiken zoals vastgesteld in het nationale frequentieverdelingsplan en die geen andere activiteiten [toestaat] dan die welke aan de exploitant zijn toegewezen op het tijdstip van de toetsing, en verzetten de Unieregels zich bijgevolg tegen een nationale maatregel die de houder van gebruiksrechten op radiofrequenties verplicht om deze frequenties uitsluitend te gebruiken voor digitale terrestrische televisieomroepdiensten, en die door de nationale autoriteiten wordt gerechtvaardigd louter op basis van het bestaan van beperkingen die zijn opgenomen in de planningsmaatregel voor het radiospectrum?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: EZ