C-404/25 Wozrek

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     8 augustus 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     25 september 2025

Trefwoorden: onpartijdigheid, rechterlijke onafhankelijk, effectieve rechtsbescherming, voorrang van Unierecht

Onderwerp: VEU: artikel 19, lid 1; Handvest grondrechten EU: artikel 47.

Deze zaak betreft een Poolse rechtszaak waarin een rechter werd gewraakt wegens twijfels over haar onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De rechter was tijdens haar detachering bij het Ministerie van Justitie benoemd op voordracht van de Nationale Raad voor de Rechtspraak (KRS), waarvan de onafhankelijkheid ter discussie staat sinds de Poolse justitiële hervormingen tussen 2016 en 2023. De Poolse wet op de organisatie van de rechterlijke instanties biedt weliswaar een toetsingsprocedure, maar die is zo beperkt dat de verwijzende rechter zich afvraagt of partijen nog wel effectief toegang hebben tot een onafhankelijk en onpartijdig gerecht, of dat deze regeling in strijd is met artikel 19, lid 1 VEU en artikel 47 Handvest. 

Prejudiciële vraag: 
Laat artikel 19, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 2 ervan en uitgelegd in het licht van artikel 47, eerste en tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin wordt voorzien in het recht op toegang tot de rechter, toe dat de toetsing of de rechter die is aangewezen om kennis te nemen van een zaak voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid wordt beperkt tot de in artikel 42a, lid 3, van de ustawa-Prawo o ustroju sądów powszechnych (wet betreffende de organisatie van de gewone rechterlijke instanties) van 27 juli 2001 (Dz. U. 2024, volgnr. 334, geconsolideerde tekst) genoemde voorwaarden en modaliteiten?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-157/21 Polen/Parlement en de Raad; C-213/89 Simmenthal; C-487/19 W.Ż. (Kamer voor bijzondere controle en publieke zaken van de Sąd Najwyższy – Benoeming); C-204/21 Commissie/Polen (Onafhankelijkheid en privéleven van rechters),; C-718/21 Krajowa Rada Sądownictwa (Aanblijven van een rechter); C-748/19-C-754/19 Prokuratura Rejonowa; C-791/19 Commissie/Polen (Tuchtregeling voor rechters); C-64/16 Sindical dos Juizes Portugueses; C-542/18 RX-II en C-543/18 RX-II Raad en HG/Commissie; C-585/18, C-624/18 en C-625/18 A. K. e.a.; C-521/21 MJ (Wraking van een gewone rechter); C-357/19, C-379/19, C- 547/19, C-811/19 en C-840/19 Euro Box Promotion e.a.; C-204/21 Commissie/Polen.

Specifiek beleidsterrein: JenV