C-405/03, Class International, arrest van 18 oktober 2005

Contentverzamelaar

C-405/03, Class International, arrest van 18 oktober 2005

Signaleringsfiche
Arrest van het Hof van Justitie van 18 oktober 2005, in zaak C-405/03, Class International BV tegen 1) Colgate-Palmolive Company, 2) Unilever NV, 3) Smithkline Beecham PLC en 4) Beecham Group PLC

Betrokken departementen
EZ, FIN, JUS

Sleutelwoorden
Merkhouder - in transito - derdeland ­- richtlijn 89/104

Beleidsrelevantie
Merkgoederen kunnen zonder toestemming van de merkhouder binnen het douanegebied van de Gemeenschap worden gebracht als deze goederen zich in transito bevinden. Deze goederen kunnen te koop worden aangeboden. De merkhouder kan zich slechts ertegen verzetten dat dergelijke goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht, wanneer dit noodzakelijkerwijs impliceert dat zij in de Gemeenschap in de handel worden gebracht.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Februari 2002 bracht de firma Class International containers met tandpasta - voorzien van het merk aquafresh - de Gemeenschap binnen. SmithKlineBeecham e.a. - rechtmatige houders van het merk aquafresh - lieten conservatoir beslag leggen op de container vanwege vermeende merkinbreuk. Onderzoek maakte duidelijk dat het om oorspronkelijke goederen ging. Hierop verzoekt Class International de rechtbank om opheffing van het conservatoir beslag en vergoeding van schade. De verzoeken worden afgewezen. In hoger beroep stelt Class dat de partij tandpasta niet is ingevoerd, maar zich in transito (doorvoer) bevindt. Het Haags Gerechtshof stelt vervolgens prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Kernvraag is of een merkhouder kan optreden tegen het zonder zijn toestemming binnen de EU brengen van zijn producten, als de wederpartij beweert dat die producten niet binnen de EU "in het economisch verkeer" in de zin van artikel 5 van de merkenrichtlijn zullen worden gebracht. De toestemming van de merkhouder voor de betrokken handeling is relevant vanwege het beginsel van communautaire uitputting van het merkrecht. Dit beginsel houdt in dat de merkhouder zijn rechten niet kan doen gelden met betrekking tot goederen die door hem of met zijn toestemming in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht.

Volgens het Hof zijn niet-communautaire goederen die in transito zijn geplaatst niet in het vrije verkeer van de Gemeenschap gebracht in de zin van de merkenrichtlijn. Deze goederen vallen onder de regeling extern douanevervoer. Een dergelijke situatie brengt geen (dreigende) aantasting van de functies van het merk met zich. Toestemming van de merkhouder voor het binnen het douanegebied van de EU brengen van merkgoederen is niet vereist. Zolang de goederen de status van niet-communautaire goederen behouden, vormt het te koop aanbieden of verkopen ervan slechts "gebruik van het teken in het economisch verkeer" in de zin van de merkenrichtlijn als - bijvoorbeeld - vaststaat dat de eindbestemming is gelegen binnen de EU, of als de merkhouder weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat de koper de goederen weer zal doorleveren aan eindverbruikers binnen de EU. De bewijslast terzake rust bij de merkhouder.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, of rechtspraak
Met de uitspraak komt een einde aan het jarenlange oneigenlijke gebruik van het merkenrecht om internationale handel in merkproducten te bemoeilijken. Het arrest kan een positieve bijdrage leveren aan de internationale handel in merkproducten via Nederlandse havens. Merkhouders hebben jarenlang geprobeerd om de doorvoer en transitohandel via de EU tegen te houden. Zolang de merkproducten zich enkel in de Gemeenschap bevinden zonder dat zij hier daadwerkelijk in het economische verkeer zijn gebracht, kan de merkhouder zijn rechten niet doen gelden.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt dit fiche en het arrest ter kennisneming gestuurd naar de ministers van Economische Zaken, Financiën en Justitie. De ICER verzoekt de minister van Justitie om het fiche en het arrest door te sturen naar de Raad voor de Rechtspraak. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.