C-427/13 Emmeci et Cotral
Prejudiciële Hofzaak
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 28 oktober 2013 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 14 november 2013 Schriftelijke opmerkingen: 14 december 2013 Trefwoorden: overheidsopdrachten; transparantie
Onderwerp: 2004/17/EG (overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten)
Verzoekster wordt uitgenodigd een offerte in te dienen voor een niet-openbare procedure voor de levering gedurende twee jaar van nieuwe mechanische reserveonderdelen voor autobussen, met als gunningscriterium de laagste prijs. Zij maakt bezwaar bij de ITAaut voor het toezicht op overheidsovereenkomsten tegen het verloop van de procedure. Het is een doorlopende veiling waarvan de klok steeds wordt teruggezet naar begintijd als een gunstigere offerte wordt ingediend. De maximumduur is 50 minuten. Het gaat verzoekster om de werkwijze van de laatste vijf minuten; dan worden de deelnemers door het systeem gewezen op de mogelijkheid om, vanaf dat moment en binnen de maximumduur van de veiling, nog één keer een bod uit te brengen. Tijdens de fase van het laatste bod kunnen de deelnemers hun plaats in de ranglijst en de inschrijvingen van de andere marktpartijen niet weergeven. Die informatie wordt pas na afloop van de veiling weergegeven. Verzoekster stelt dat dit in strijd is met het algemene beginsel van transparantie en openbaarheid in de aanbestedingsprocedures, daarbij wijzend op artikel 56 van RL 2004/17. Zij vordert buiten toepassing laten van de gewraakte passage.
De verwijzende ITAaut is van mening dat zij procesbevoegdheid heeft; haar besluit in zaken van geschillenbeslechting wordt „advies” genoemd; het advies wordt gemotiveerd op basis van de vragen en gegevens die door partijen zijn aangehecht, het wordt goedgekeurd door de raad van de autoriteit, aan partijen toegezonden en bekendgemaakt op de website van de autoriteit; tegen de beslissing staan geen rechtsmiddelen open en partijen kunnen enkel bij nieuwe feiten een nieuw onderzoek aanvragen. Zij legt het HvJEU de volgende vragen voor: A) Dient artikel 56 van richtlijn 2004/17/EG aldus te worden uitgelegd dat het de nationale wetgever niet is toegestaan te bepalen dat aanbestedende diensten de mogelijkheid hebben tijdens de fase van het laatste bod van elektronische veilingen de deelnemers te beletten hun plaats in de ranglijst en de inschrijvingen van de andere marktpartijen weer te geven, en deze informatie pas na afloop van de veiling bekend te maken? B) Verzetten artikel 56 van richtlijn 2004/17/EG en de beginselen van transparantie en gelijke behandeling zich tegen nationale voorschriften of bestuurlijke praktijken als in de onderhavige procedure, die een black-out van vijf minuten voorschrijven in de slotfase van de elektronische veiling, tijdens welke de deelnemers hun plaats in de ranglijst niet kunnen kennen? Specifiek beleidsterrein: BZK en EZ