C-505/13 Yumer
Prejudiciële Hofzaak
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 7 november 2013 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 24 november 2013 Schriftelijke opmerkingen: 24 december 2013 Trefwoorden: belastingen; handvest grondrechten; discriminatieverbod
Onderwerp - Handvest grondrechten (artikel 20 = gelijkheid voor de wet; artikel 21 = discriminatieverbod) - VEU artikel 2 (‘waarden EU’)
Verzoeker is landbouwproducent (runderveeteelt). Hij berekent aan de hand van de wet op de vennootschapsbelasting (ZKPO) zijn inkomsten over 2011 die mede bestaan uit staatssteun, subsidies en steun uit andere (EU-)potjes. Hij krijgt een belastingaanslag opgelegd waar hij het niet mee eens is. Hij start een procedure maar de aanslag wordt bevestigd. Verzoeker heeft voor zijn aangifte gebruik gemaakt van belastingvermindering waar volgens de ZKPO alleen rechtspersonen en eenmanszaken recht op hebben.
Volgens de verwijzende BUL rechter is EU-recht in het geding omdat verzoeker gebruik heeft gemaakt van EU-subsidies die hem in de vorm van geoorloofde staatssteun zijn verleend. Hij constateert dat de BUL staat dezelfde pubieke EU-middelen op verschillende wijze behandelt, zowel voor wat betreft de heffingsgrondslag als het opgelegde belastingtarief. Hij ziet zich genoodzaakt de volgende prejudiciële vragen voor te leggen aan het HvJEU: 1. Is het verenigbaar met artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dat slechts een categorie van personen – overeenkomstig de Zakon za danak varhu dobavenata stoynost (wet op de belasting over de toegevoegde waarde; hierna: „ZDDS”) ingeschreven natuurlijke personen – geen wettelijk erkend recht heeft op een belastingvermindering voor een landbouwactiviteit? 2. Is het verenigbaar met artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dat voor dezelfde soort activiteit verschillende belastingtarieven worden vastgesteld naargelang van de rechtsvorm waarin deze activiteit wordt uitgeoefend en de inschrijving overeenkomstig de ZDDS? 3. Is de invoering van nationale maatregelen die ertoe leiden dat overeenkomstig de ZDDS en als landbouwproducent ingeschreven natuurlijke personen een voor eigenaars van eenmanszaken en rechtspersonen bedoelde belastingvermindering wordt ontzegd, hoewel zij hebben voldaan aan hun wettelijke verplichtingen tot het vormen van hun belastbaar inkomen zoals eigenaars van eenmanszaken en tot de vaststelling van hun jaarlijkse heffingsgrondslag zoals eigenaars van eenmanszaken, in strijd met de beginselen van rechtszekerheid, doeltreffendheid en evenredigheid?
Specifiek beleidsterrein: FIN Mede EZ