C-519/25 American Free Enterprise Chamber of Commerce

Contentverzamelaar

C-519/25 American Free Enterprise Chamber of Commerce

Prejudiciële hofzaak  

Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     22 september 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     8 november 2025

Trefwoorden: belasting, multinationale ondernemingsgroepen, eigendomsrecht, rechtszekerheid, fiscale territorialiteit, vrijheid van ondernemen, non-discriminatiebeginsel

Onderwerp: Richtlijn 2022/2523 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie: artikelen 12-14.

Amerikaanse verzoeker vordert de vernietiging van de Belgische wet die de ‘UTPR-bijheffing’ invoert t.a.v. in België gevestigde groepsentiteiten die onderdeel zijn van Amerikaanse MNO-groepen. De wet geeft uitvoering aan diverse bepalingen van richtlijn 2022/2523. Volgens verzoeker kunnen Belgische groepsentiteiten door de wet aansprakelijk worden gesteld voor ‘onderbelaste’ winsten van buitenlandse groepsgenoten, zonder dat er rekening wordt gehouden met hun financiële draagkracht. Hierdoor krijgen de entiteiten te maken met onevenredige lasten en onvoorziene risico’s. De Belgische rechter vraagt het Hof of de toepasselijke bepalingen uit de richtlijn in overeenstemming zijn met diverse artikelen uit het Handvest, met het VWEU en met onder andere de beginselen van rechtszekerheid en fiscale territorialiteit. 

Prejudiciële vraag: 
Schenden de artikelen 12 tot 14 van de richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 « tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie», in zoverre die bepalingen de lidstaten verplichten de in de Unie gevestigde groepsentiteiten van een MNO-groep te onderwerpen aan een UTPR-bijheffing, waardoor die entiteiten belastingplichtig zouden worden voor onderbelaste winsten gerealiseerd door andere groepsentiteiten in een andere jurisdictie, en dit zonder dat een onderscheid zou worden gemaakt naargelang de financiële draagkracht van die belastingplichtige groepsentiteiten, de artikelen 15, 16, 17, 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, de artikelen 49 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het beginsel van rechtszekerheid en het beginsel van fiscale territorialiteit?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-283/11 Sky Österreich GmbH; C-477/14 Pillbox 38 (UK) Ltd; C-33/17 Čepelnik d.o.o. 


Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal