C-548/25 Dryade 

Contentverzamelaar

C-548/25 Dryade 

Prejudiciële hofzaak

Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     6 oktober 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     22 november 2025

Trefwoorden: Habitatrichtlijn, Natura 2000, passende beoordeling, significante effecten op milieu

Onderwerp: Richtlijn 92/43 (Habitatrichtlijn): artikel 6, lid 3.

In België zijn projecten zonder vergunningen, zoals in casus grondwaterwinning, niet onderworpen aan een ‘passende beoordeling’ in de zin van de Habitatrichtlijn. De Belgische rechter vraagt zich af of de Habitatrichtlijn zich hier niet tegen verzet wanneer de projecten schadelijke effecten kunnen hebben op de beschermde natuurgebieden. 

Prejudiciële vraag: 
Staat artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn in de weg aan een wettelijke regeling die ertoe strekt dat projecten waarvoor geen vergunning, toelating of machtiging maar enkel een melding vereist is, zoals beperkte grondwaterwinningen, niet worden onderworpen aan een verplichting tot opmaak van een passende beoordeling, ook al kunnen deze projecten een significante impact hebben op de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-538/09 Europese Commissie/België; C-414/16 Egenberger; C-68/17 IR; C-127/02 Waddenvereniging en Vogelsbeschermingvereniging; C-179/06 Commissie/Italië; C-98/03 Commissie/Duitsland.

Specifiek beleidsterrein: IenW