C-558/24 Corendon Airlines

Contentverzamelaar

C-558/24 Corendon Airlines

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    7 oktober 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    23 november 2024

Trefwoorden: passagiersrechten, compensatie luchtpassagiers

Onderwerp:  Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten: artikelen 5 en 7.

Feiten:
Verzoekende partij is ‘Myflyright’. Zij heeft uit hoofde van cessie recht op compensatie op grond van artikelen 5 en 7 van verordening 261/2004. De vier cedenten beschikten over een bevestigde boeking voor een vlucht op 2 augustus 2022 van München naar Antalya. De vertrektijd van de vlucht werd in eerste instantie met een uur vertraagd, en daar kregen de cedenten een nieuwe vluchtvoucher voor. Uiteindelijk vertrok het vliegtuig nog drie uur later. Myflightright heeft geprobeerd om compensatie te ontvangen voor de vertraging. Er is discussie ontstaan of er met de oorspronkelijk vermelde aankomsttijd of de aankomsttijd die op de nieuwe boekingsbevestiging stond gerekend moet worden. 

Overweging:
De berekening voor de vertraging is van belang voor het wel of niet recht hebben op compensatie in de zin van artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 7, lid 1, van verordening 261/2004. Op grond van die artikelen moet er een vertraging zijn van drie uur voordat er recht op compensatie ontstaat. Het is de verwijzende rechter niet duidelijk of de oorspronkelijk vermelde aankomsttijd moet worden meegewogen of de aankomsttijd die op de nieuwe boekingsbevestiging staat.

Prejudiciële vragen:
1. Moet bij het onderzoek van een „langdurige” vertraging bij aankomst op de eindbestemming, wanneer een vlucht wordt uitgesteld en er een nieuwe voucher wordt afgegeven, worden uitgegaan van de oorspronkelijk geplande aankomsttijd of van de in de nieuwe boekingsbevestiging vermelde aankomsttijd? 2. Indien de gewijzigde aankomsttijd bepalend is: 
a) Is het van belang hoe lang vóór de oorspronkelijke vertrektijd de passagier op de hoogte wordt gebracht van het uitstel van de vlucht? Is in het bijzonder de omstandigheid of de in artikel 5, lid 1, onder c), van verordening (EG) nr. 261/2004 bedoelde termijnen voor de nieuwe aankomst daadwerkelijk door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert in acht worden genomen van belang opdat deze maatschappij zich kan verschonen van de verplichting tot compensatie? 
b) Zo ja: heeft de passagier – eventueel onder welke voorwaarden – recht op compensatie overeenkomstig de artikelen 5 en 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 wanneer er sprake is van een langdurige vertraging bij aankomst ten opzichte van de oorspronkelijke aankomsttijd. 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: IenW

Gerelateerde documenten