C-563/24 PB Vi Goods

Contentverzamelaar

C-563/24 PB Vi Goods

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    8 oktober 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    24 november 2024

Trefwoorden: etikettering, alcohol

Onderwerp: 
-    Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken: artikel 10, lid 7;
-    Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: artikel 16. 

Feiten:
Verzoekende partij is ‘Verband Sozialer Wettbewerb’, een vereniging die tot doel heeft om zakelijke of zelfstandige beroepsbelangen te behartigen en advies te geven over eerlijke mededinging. Verwerende partij is ‘PB Vi Goods’, zij verkoopt verschillende producten, waaronder ‘alcoholvrije gin’. Verzoekende partij stelt dat de reclame van verwerende partij voor de alcoholvrije drank ongeoorloofd is, omdat op grond van punt 20 van bijlage I van verordening 2019/787 gin moet zijn verkregen door ethylalcohol uit landbouwproducenten te aromatiseren met jeneverbessen en het alcoholvolumegehalte tenminste 37,5 % moet bedragen. Verzoekende partij vordert dat het verwerende partij verboden wordt dit product te verkopen met de benaming ‘gin’. 

Overweging:
De verwijzende rechter stelt dat artikel 10, lid 7, van verordening 2019/787, voor zover het de presentatie of etikettering van alcoholvrije dranken als ‘alcoholvrije gin’ verbiedt, in strijd is met artikel 16 van het Handvest. De verwijzende rechter is van mening dat het verbod onevenredig is, omdat het niet duidelijk is welk legitiem doel daarmee wordt nagestreefd. 

Prejudiciële vragen:
1. Is artikel 10, lid 7, van verordening (EU) 2019/787 wegens schending van artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ongeldig, voor zover het de presentatie of etikettering van alcoholvrije dranken als „alcoholvrije gin” verbiedt? 
2. Subsidiair: Moet artikel 10, lid 7, of artikel 12, lid 1, van verordening (EU) 2019/787 aldus worden uitgelegd dat op grond van deze bepalingen de presentatie of etikettering van een alcoholvrije drank als „alcoholvrij gin” niet alleen verboden is op de enkele grond dat de drank niet het minimale alcoholvolumegehalte bevat dat voor de benaming als „gin” vereist is en deze niet is verkregen door ethylalcohol uit landbouwproducten (maar: water) te aromatiseren met jeneverbessen 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: VWS

Gerelateerde documenten