C-591/24 Golf Bulgaria
Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 30 september 2025 Schriftelijke opmerkingen: 16 november 2025
Trefwoorden: audiovisuele mediadiensten, algemeen beginsel van goede zeden, vrijheid van meningsuiting
Onderwerp: Richtlijn 2010/13 (betreffende audiovisuele mediadiensten); Handvest: artikelen 11, 21, 48 en 49.
Roemenië heeft een nationale regel ingesteld waarin een algemeen rechtsbeginsel is opgenomen, waardoor de aanbieders van niet-lineaire audiovisuele mediadiensten nu bestuursrechtelijke sancties kunnen worden opgelegd vanwege het uitzenden van programma’s die in strijd zijn met ‘de goede zeden’. De goede zeden wordt in Roemeense rechtspraak als algemeen beginsel erkend. Het is de vraag of deze nationale regeling (als aanvullende voorwaarden op richtlijn 2010/13) toelaatbaar is, en of het niet de vrijheid van meningsuiting van artikel 11 Handvest beperkt.
Prejudiciële vraag: Is een nationale regeling die, door het opnemen in het nationale recht van een algemeen rechtsbeginsel, zoals dat van de „goede zeden”, het mogelijk maakt dat de lidstaat aanvullende maatregelen invoert, die er onder meer toe strekken dat op basis van de goede zeden de verantwoordelijkheid voor een bepaalde dienst van de informatiemaatschappij in de zin van richtlijn 2010/13/EG in het leven wordt geroepen, toelaatbaar volgens het recht van de Unie, en, zo ja, in hoeverre wordt door de toepassing van dit abstracte beginsel als grondslag voor de verantwoordelijkheid bij schendingen de vrijheid van meningsuiting overeenkomstig artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie niet beperkt?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -
Specifiek beleidsterrein: OCW; JenV