C-598/24 Gandul Media Network
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 25 november 2024 Schriftelijke opmerkingen: 11 januari 2025
Trefwoorden: auteursrecht
Onderwerp: - Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij: artikel 2, onder a) en artikel 5, lid 3, onder c).
Feiten: Verzoekende partij is ‘CY’. Zij heeft de rechter in eerste aanleg verzocht om vast te stellen dat verwerende partijen ‘Gândul Media Network SRL’ en ‘HO’ inbreuk hebben gemaakt op haar auteursrecht doordat zij haar werk op ongeoorloofde wijze hebben gereproduceerd. CY had op Facebook een bericht gepost met een boodschap aan de ouders van leerlingen die zij in de klas heeft, waarin duidelijk werd gemaakt dat zij geen cadeaus wenst te ontvangen van de ouders. Dit bericht werd vervolgens gedeeld op de website van Gândul Media Network, die het bericht in zijn geheel heeft geciteerd in het artikel.
Overweging: Het is de vraag of een bericht dat op een socialenetwerksite wordt geplaatst, kan worden beschouwd als een ‘werk’ dat auteursrechtelijk wordt beschermd in de zin van artikel 2, onder a), van richtlijn 2001/29. Daarnaast twijfelt de rechter of de nationale regelgeving, op grond waarvan met het oog op de verslaggeving over actuele gebeurtenissen enkel korte fragmenten uit een werk mogen worden gebruikt, in strijd is met richtlijn 2001/29. Op grond van artikel 5, lid 3, onder c), van de richtlijn kunnen lidstaten beperkingen of restricties op de in artikel 2 bedoelde rechten stellen ten aanzien van weergaven in de pers over actuele onderwerpen.
Prejudiciële vragen: Moet artikel 2, onder a), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij aldus worden uitgelegd dat een op een socialenetwerksite geplaatste tekst waarin een mening over ongepast geachte sociale praktijken tot uitdrukking wordt gebracht, kan worden beschouwd als een auteursrechtelijk beschermd werk?
Moet artikel 5, lid 3, onder c), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wettelijke bepaling op grond waarvan met het oog op de verslaggeving over actuele gebeurtenissen enkel korte fragmenten uit een werk, en niet het werk in zijn geheel, met name wanneer het om een werk van geringe omvang gaat, mogen worden gebruikt, en dan alleen op voorwaarde dat er geen sprake is van direct of indirect commercieel of economisch voordeel?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-683/17 Cofemel; C 310/17 Levola Hengelo; C-469/17 Funke Medien NRW; C-516/17 Spiegel Online
Specifiek beleidsterrein: JenV