C-603/24 Stellantis Portugal

Contentverzamelaar

C-603/24 Stellantis Portugal

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    4 november 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    21 december 2024

Trefwoorden: btw, prijsaanpassingen, voertuig

Onderwerp:  Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid- Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag: artikel 2.

Feiten:
Verzoekende partij is Stellantis Portugal, een onderneming actief in de handel van auto’s, die deel uitmaakt van een economische groep die zich bezighoudt met de productie en distributie van voertuigen. In de productieketen van deze groep treedt Stellantis op als NSC/NSO (National Sales Companies of National Sales Organizations), waarbij zij voertuigen koopt van de Europese fabrikanten van de groep General Motors. De gekochte voertuigen worden doorverkocht aan onafhankelijke Portugese dealers, die de voertuigen weer doorverkopen aan de eindafnemers. In het geval van fabrieksfouten gaat de eindklant naar de dealer, en de dealers brengen de kosten weer in rekening bij Stellantis. Stellantis brengt vervolgens de Europese producenten op de hoogte van de gemaakte kosten. Op basis van de gedeclareerde kosten vindt er een aanpassing plaats van de prijs van de voertuigen die aan Stellantis zijn verkocht. Op 2 februari 2009 heeft er een belastinginspectie plaatsgevonden bij Stellantis, en op basis van de boekhouding van de prijsaanpassingen zijn er navullende btw-aanslagen opgelegd.

Overweging:
Op grond van artikel 2 van de richtlijn 77/338 zijn de leveringen van goederen en diensten, welke in het binnenland door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, en de invoer van goederen onderworpen aan btw. De verwijzende rechter wil weten of onder het begrip ‘levering van diensten onder bezwarende titel’ ook de aanpassing van de verkoopprijs van voertuigen valt, als de prijs onder andere naar behoren is vastgesteld en vastgelegd is in een overeenkomst. 

Prejudiciële vraag:
Moet artikel 2 van de Zesde btw-richtlijn (Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag), in de ten tijde van de feiten geldende versie, worden uitgelegd in die zin dat het begrip „levering van diensten onder bezwarende titel”, zoals bedoeld in deze bepaling, ook ziet op een aanpassing van de verkoopprijs van voertuigen die naar behoren is vastgesteld en vastgelegd in een tussen partijen gesloten overeenkomst tot het bereiken van een minimumwinstmarge, en die blijkt uit de uitgifte door de Europese producenten van de groep General Motors van een credit- of debetnota op naam van de verzoekende partij? 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal

Gerelateerde documenten