C-615/23 Dyrektor Krajowej Informacji Skarbowej 

Contentverzamelaar

C-615/23 Dyrektor Krajowej Informacji Skarbowej 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak , en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    12 december 2023
Schriftelijke opmerkingen:                    28 januari 2024

Trefwoorden: maatstaf van heffing btw, vergoeding voor collectief openbaar vervoer

Onderwerp: -    Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw-richtlijn): artikel 73.

Feiten:

De verzoekende vennootschap P.S.A. houdt zich voornamelijk bezig met personenvervoer. Naar aanleiding van de inwerkingtreding van verordening 1370/2007 (betreffende het openbaar personenvervoer per spoor) overweegt zij om overeenkomsten af te sluiten met de organisator van het collectieve openbaar vervoer - het territoriale overheidslichaam (TO). De verzoekende vennootschap zou daarbij verplicht worden om als exploitant openbare vervoersdiensten aan te bieden. In dat geval kan zij aanspraak maken op een vergoeding die door de TO wordt vastgesteld en uitgekeerd en die bedoeld is om de kosten van deze diensten te compenseren. De vennootschap heeft aan de Poolse belastingdienst gevraagd of deze vergoeding moet worden opgevat als een aan de btw onderworpen omzet in de zin van de Poolse btw-wet.  Zij voert aan dat de vergoeding de maatstaf van heffing niet zou moeten verhogen omdat zij geen invloed heeft op de prijs van het collectief openbaar vervoer. De belastingdienst heeft dit standpunt verworpen en vastgesteld dat de vennootschap btw-plichtig is ten aanzien van haar collectieve openbare vervoersdiensten nu deze een belastbare tegenprestatie voor de vervoersdiensten vormt. De belastingdienst concludeert dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de vergoeding en de door exploitant verrichte diensten. De rechter in eerste aanleg heeft deze interpretatie van de belastingdienst nietig verklaard. Onder verwijzing naar de rechtspraak van het Hof oordeelt deze rechter  dat de vergoeding niet van invloed is op de prijs van  een vervoersbewijs, omdat deze prijzen door de organisator worden vastgesteld. De belastingdienst heeft bij de verwijzende rechter cassatieberoep ingesteld.

Overweging:

De verwijzende rechter stelt dat volgens Poolse rechtspraak een dergelijke vergoeding niet in de maatstaf van heffing wordt opgenomen. Deze nationale rechtspraak vat de rechtspraak van het Hof zo op dat het enkele feit dat een subsidie invloed kan hebben op de prijs van de dienst niet volstaat om deze subsidie belastbaar te maken. Nationaal is bepalend of de subsidie de dienstverrichter in staat stelt om de dienst te verrichten tegen een lagere prijs dan hij zonder de subsidie voor die dienst zou vragen. De verwijzende rechter twijfelt of dit een juiste weergave is van de rechtspraak van het Hof en vraagt zich af of relevant is of sprake is van een rechtstreeks verband tussen de prijzen van de vervoerbewijzen en de ontvangen vergoeding. Daarbij noemt de verwijzende rechter aspecten die van belang kunnen zijn bij de beoordeling of er sprake is van een rechtstreeks verband in de zin van de rechtspraak van het Hof.

Prejudiciële vraag:

Moet artikel 73 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1, zoals gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat een vergoeding zoals beschreven in het verzoek om een individuele interpretatie die door een territoriaal overheidslichaam wordt uitgekeerd aan een afzonderlijke entiteit (exploitant) uit hoofde van de verrichting van diensten inzake collectief openbaar vervoer, moet worden opgenomen in de in die bepaling genoemde maatstaf van heffing?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-184/00 Office des produits wallons; C-353/00 Keeping Newcastle Warm; C-463/02 Commissie/Zweden; C-151/13 Le Rayon d’Or; C-174/14 Saudacor; C-182/17 Nagyszénás Településszolgáltatási Nonprofit Kft.; C-144/02 Commissie/Duitsland.

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal, FIN

Gerelateerde documenten