C-717/23  Bundesminister fur Gesundheit  

Contentverzamelaar

C-717/23  Bundesminister fur Gesundheit  

Prejudiciële hofzaak 

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak , en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    30 januari 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    16 maart 2024

Trefwoorden: verkoop tabaksproducten

Onderwerp:

-             Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG (hierna: „richtlijn 2014/40”); artikelen 1, 2, 13, 15 en 23.

Feiten:

De zaak gaat over een strafprocedure tegen een groothandelaar in tabaksproducten die sigaretten in een verpakkingseenheid met een verboden etiket zou hebben afgeleverd.  Op dit etiket zijn slogans zoals ‘perfect afgerond’ en ‘met slow curing’, die naar de smaak verwijst, aangebracht. Dit is verboden onder de richtlijn 2014/40. De groothandelaar heeft een geldboete gekregen en hiertegen beroep ingesteld.

Overweging:

De verwijzende rechter wil duidelijkheid over de betekenis van het begrip ‘in de handel brengen’, in de zin van artikel 23, lid 2, van richtlijn 2014/40. De autoriteit die de boete heeft opgelegd was ervan uitgegaan dat het tabaksproduct door de levering aan de tabakswinkel in de handel is gebracht. De richtlijn bepaalt echter niet uitdrukkelijk welke bij de handel in tabaksproducten betrokken marktdeelnemers onder dit verbod vallen. Artikel 2, punt 40, verduidelijkt het begrip ‘in de handel brengen’, maar het hierin genoemde ‘terbeschikkingstelling van producten’ wordt in de richtlijn niet verder uitgelegd. Het is de verwijzende rechter niet duidelijk of een tabaksproduct pas met de terbeschikkingstelling aan een consument, of reeds met de terbeschikkingstelling aan een detaillist in de handel wordt gebracht.

Prejudiciële vragen:

Moet artikel 23, lid 2, gelezen in samenhang met artikel 2, punt 40, en artikel 13, lid 1, onder c), van richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG (PB 2014, L 127, blz. 1) aldus worden uitgelegd dat onder het verbod om tabaksproducten in de handel te brengen waarvan de verpakkingseenheid elementen of kenmerken bevat die verwijzen naar de smaak, reeds de levering van die tabaksproducten door een groothandelaar aan een detaillist of pas de verkoop bij een detaillist aan consumenten valt?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-356/22 Pro Rauchfrei

Specifiek beleidsterrein: VWS

Gerelateerde documenten