C-762/19 CV-Online Latvia

Contentverzamelaar

C-762/19 CV-Online Latvia

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     9 december 2019
Schriftelijke opmerkingen:                     25 januari 2020

Trefwoorden : databanken, zoekmachines, hergebruik, opvraging, rechten sui generis

Onderwerp :

Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken.

 

Feiten:

Verzoekster is eigenaar en beheerder van de internetpagina www.cv.lv, waarmee zoekopdrachten kunnen worden uitgevoerd naar vacatures en sollicitaties, een databank. Verweerster is eigenaar en beheerder van de internetpagina www.kurdarbs.lv, een zoekmachine. De door verweerster beheerde internetpagina vindt websites waarop openbaar toegankelijke informatie over vacatures wordt gepubliceerd en leidt de gebruiker, die vacatures zoekt, via een hyperlink door naar de website waarop de gevonden informatie oorspronkelijk werd gepubliceerd. Verzoekster heeft op haar website metatags gepubliceerd. Deze metatags verstrekken bepaalde informatie zoals de hyperlink, functie, ligging van de arbeidsplaats etc. Deze informatie, die zich in de metatags bevindt, wordt getoond in de door de zoekmachine van verweersters website aangeboden resultaten. Met het doel de opvraging en het hergebruik van haar databank te voorkomen heeft verzoekster een vordering ingesteld om haar rechten sui generis te beschermen. Volgens haar vraagt verweerster middels de beschreven activiteiten een substantieel deel van de inhoud van de databank op en verzendt dat naar haar internetpagina. De rechterlijke instantie die in eerste aanleg kennis heeft genomen van de zaak, heeft vastgesteld dat inbreuk is gemaakt op een recht sui generis en is tot de conclusie gekomen dat het tonen van een hyperlink in de zoekresultaten wanneer de eindgebruiker de zoekvelden invult en de doorgeleiding naar de internetpagina van verzoekster wanneer hij op die hyperlink klikt, hergebruik van de databank opleveren. Verweerster heeft hier hoger beroep tegen ingesteld en voert aan dat de internetpagina die zij beheert geen online transmissie aanbiedt, dat wil zeggen niet „realtime” functioneert. Verder wijst verweerster erop dat de metatag-standaarden opgesteld zijn en onderhouden worden door de vier wereldleiders op het gebied van internetzoekmachines (Google, Bing, Yahoo! en Yandex), maar gevolgd worden door vrijwel alle zoekmachines ter wereld, waaronder de hare. Volgens verweerster heeft verzoekster, conform deze standaarden, op haar internetpagina die zich buiten de databank bevindt, metatags gepubliceerd waarvan zij wenst dat die door de zoekmachines aangeboden wordt in de zoekresultaten.

 

Overweging:

In zaak Innoweb (C-202/12) heeft het Hof geoordeeld dat in het geval van een onderneming die een dedicated  metazoekmachine (als die in het hoofdgeding) online op internet plaatst, sprake is van hergebruik van het geheel of een substantieel deel van de inhoud van een beschermde databank. Verweerster heeft echter aangegeven dat de door haar beheerde internetpagina, www.kurdarbs.lv, geen databankzoekopdrachten „realtime” vertaalt en dat deze voorzien is van haar eigen metazoekmachine. Aangezien de feiten van het hoofdgeding anders zijn betwijfelt de verwijzende rechter of de door het Hof getrokken conclusies inzake de opvraging of het hergebruik van de inhoud van een databank door middel van andere vormen van transmissie relevant zijn wat betreft hyperlinks. Verder rijst ook de vraag of de in de metatags opgenomen informatie die in de zoekmachine van verweerster wordt getoond een opvraging vormt van de gehele inhoud van een databank of van een substantieel deel daarvan op een andere drager, ongeacht in welke vorm, in de zin van richtlijn 96/9/EG.

 

Prejudiciële vragen:

1) Dient de activiteit van de verwerende partij, die erin bestaat de eindgebruiker middels een hyperlink door te geleiden naar de internetpagina van de verzoekende partij, waarop een databank met vacatures kan worden bevraagd, aldus te worden uitgelegd dat die valt onder de definitie van „hergebruik” van artikel 7, lid 2, onder b), van de richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken, meer in het bijzonder onder het hergebruik van de databank middels een andere vorm van transmissie?

2) Dient de in de metatags opgenomen informatie die in de zoekmachine van de verwerende partij wordt getoond aldus te worden uitgelegd dat die valt onder de definitie van „opvraging” van artikel 7, lid 2, onder a), van de richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken, meer in het bijzonder onder het permanent of tijdelijk overbrengen van de inhoud van een databank of een substantieel deel ervan op een andere drager, ongeacht op welke wijze en in welke vorm?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Innoweb (C-202/12), The British Horseracing Board Ltd e.a. (C-203/02),

Specifiek beleidsterrein: JenV, BZK

Gerelateerde documenten