C-788/21 Global Gravity
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 25 februari 2022 Schriftelijke opmerkingen: 11 april 2022
Trefwoorden : douanetarief, container, aluminium, gecombineerde nomenclatuur
Onderwerp :
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief
Feiten:
De onderhavige zaak heeft betrekking op de vraag of een door Global Gravity ApS, verweerster, ontwikkeld transportsysteem voor het vervoer van buizen (TubeLock) voor de toepassing van het douanetarief ingedeeld dient te worden als een werk van aluminium onder postonderverdeling 7616 99 90 99 of als een container onder postonderverdeling 8609 00 90 00. Het systeem bestaat uit een aantal aluminium draagprofielen. Elk draagprofiel heeft aan weerszijden een stalen draagstang en twee stalen M20 bouten om deze te bevestigen. De aluminium draagprofielen zijn balkvormig en hebben een aantal halfronde uitsparingen die geschikt zijn voor een specifieke buisdiameter. Nadat de buizen in de uitsparingen zijn gelegd, wordt een draagprofiel op de buizen gelegd, waarna een nieuwe laag kan worden aangebracht. De twee draagstangen zijn voorzien van een oog waar een strop doorheen wordt gehaald wanneer het transportsysteem uit het vervoermiddel moet worden gelost. Op 28-02-2014 verzocht Global Gravity ApS de Deense belastingdienst om een beschikking betreffende een bindende tariefinlichting met betrekking tot TubeLock®. Bij beschikking van 15-08-2014 stelde de Deense belastingdienst vast dat TubeLock® ingedeeld diende te worden als een werk van aluminium onder postonderverdeling 7616 99 90 99 van het douanetarief. Op 3-11-2014 heeft Global Gravity ApS tegen die beschikking bezwaar gemaakt bij de Deense hoogste bestuurlijke instantie voor fiscale aangelegenheden. In die procedure stelde zij dat TubeLock® moest worden ingedeeld als een container onder postonderverdeling 8609 00 90 00 van het douanetarief.
Overweging:
De Deense regering is van mening dat het betreffende product ingedeeld dient te worden onder postonderverdeling 7616 99 90 99 van het douanetarief. TubeLock kan niet ingedeeld worden onder postonderverdeling 8609 00 90 00 van het douanetarief. Om een product te kunnen indelen onder post 8609, dient, op grond van de formulering van deze post, te worden voldaan aan twee voorwaarden. Ten eerste dient het te gaan om een container. Ten tweede dient het te gaan om een container die is ingericht en uitgerust voor het vervoer met ongeacht welk vervoermiddel. Verweerster stelt in wezen dat het product TubeLock® correct, namelijk als een container, is ingedeeld onder postonderverdeling 8609 00 90 00 van het douanetarief. Verweerster voert aan dat het TubeLock® container/transportsysteem onder deze beschrijving valt omdat TubeLock® is ingericht als een container en is uitgerust voor een of meerdere wijzen van vervoer. De partijen zijn het erover eens dat noch in de Deense rechtspraak noch in de rechtspraak van de Unie de uitlegging van het begrip „container", en derhalve de reikwijdte van post 8609 van de gecombineerde nomenclatuur, reeds is behandeld.
Prejudiciële vragen:
1) Welke criteria dienen te worden toegepast om te bepalen of een product een container is in de zin van postonderverdeling 8609 00 9000 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, zoals uiteengezet in bijlage I van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, en:
a) kan een product op basis van elk van deze criteria afzonderlijk worden ingedeeld als een container;
b) dient een algemene beoordeling van deze criteria plaats te vinden om te kunnen bepalen of een product als een container kan worden ingedeeld kan worden, zodat als er aan verschillende - maar niet aan alle - criteria wordt voldaan, dit ertoe leidt dat het voorwerp als een container wordt ingedeeld; of
c) dient cumulatief aan alle criteria te worden voldaan voordat een product kan worden ingedeeld als een container?
2) Dient de term „container" in postonderverdeling 8609 00 9000 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, zoals uiteengezet in bijlage I van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, aldus te worden uitgelegd dat het een product omvat dat bestaat in een transportsysteem voor buizen dat als volgt is beschreven:
Het systeem wordt gevormd door een aantal aluminium draagprofielen, twee stalen draagstangen per draagprofiel en twee M20 bouten per draagprofiel om de draagprofielen te bevestigen. De buizen worden op de draagprofielen gelegd. Een ander set van draagprofielen wordt hierop gelegd en op die profielen worden ook weer buizen gelegd. Dit wordt zo herhaald totdat het gewenste aantal buizen is geladen. Het systeem wordt altijd afgesloten met een set draagprofielen. Wanneer alle buizen zich tussen de draagprofielen bevinden, worden aan de (ogen van de) draagstangen op elk van de vier hoeken stalen stroppen bevestigd en is het product gereed om geladen te worden, hetzij door middel van een hijskraan, hetzij door middel van een vorkheftruck, als het vervoer over land plaatsvindt.
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: (C-15/05), (C-173/08), (C-250/05)
Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal