C-89/14 A2A

Contentverzamelaar

C-89/14 A2A

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   11 april 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   28 april 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   28 mei 2014
Trefwoorden: vennootschapsbelasting; staatssteun

Onderwerp
- Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag
- Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van verordening 659/1999.

Verzoekster komt op tegen de toewijzing van het hoger beroep van de belastingdienst tegen de haar opgelegde aanslagen vennootschapsbelasting (en plaatselijke belasting), vermeerderd met rente, over de jaren 1996 – 1999. Zij had deze aanslagen niet eerder betaald omdat zij profiteerde van een gunstiger belastingregime voor vennootschappen op aandelen, zoals in 1990 wettelijk geregeld voor vennootschappen op aandelen waarin de overheid een meerderheidsdeelneming heeft. Bij beschikking 2003/193/EG van de EURCIE is dit regime als onverenigbare staatssteun gekwalificeerd. De rechter in beroep heeft de belastingdienst in het gelijk gesteld omdat die dienst gevolg heeft gegeven aan een communautaire verplichting. Verzoekster heeft deze kwestie al eerder voorgelegd aan het Gerecht, maar is zowel door het Gerecht (zaak T-301/02) als in hoger beroep door het HvJEU (zaak C-320/09 P) in het ongelijk gesteld. Verzoekster verzet zich tegen de berekening van de opgelegde rentebedragen die door de rechter als ‘correct’ wordt beoordeeld. Verzoekster stelt dat de nationale regeling voor berekening van de rente in strijd is met het gemeenschapsrecht.

De verwijzende ITA cassatierechter oordeelt dat de van toepassing zijnde gemeenschapsregeling door de achtereenvolgende wijzigingen ratione temporis niet vrij is van redelijke uitleggingstwijfel. Hij wil duidelijkheid of de ITA regeling die bepaalt dat in geval van terugvordering van een steunmaatregel op grond van een beschikking van de EURCIE die is betekend vóór inwerkingtreding van Vo. 794/2004 samengestelde rente mag worden berekend, verenigbaar is met EU-recht. Hij legt het HvJEU onderstaande vraag voor:
“Moeten artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, en de artikelen 9, 11 en 13 van verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van deze verordening, aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling die met betrekking tot de terugvordering van staatssteun naar aanleiding van een beschikking van de Commissie die op 7 juni 2002 is betekend, bepaalt dat de rente wordt berekend op basis van de bepalingen van hoofdstuk V van verordening nr. 794/2004 (met name de artikelen 9 en 11), en dus met toepassing van samengestelde rente?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-207/05 CIE/ITA; C-320/09 P (A2A)
Specifiek beleidsterrein: FIN, mede EZ

Gerelateerde documenten