Commissie presenteert twee voorstellen op het gebied van teeltmateriaal van gewassen en bosbouwkundig teeltmateriaal

Contentverzamelaar

Commissie presenteert twee voorstellen op het gebied van teeltmateriaal van gewassen en bosbouwkundig teeltmateriaal

De voorgestelde verordening inzake teeltmateriaal van gewassen herziet de EU-wetgeving die van toepassing is op de productie en het in de handel brengen van teeltmateriaal door 10 EU-richtlijnen te vervangen door één EU-verordening. De voorgestelde verordening inzake bosbouwkundig teeltmateriaal herziet de EU-wetgeving die van toepassing is op de productie en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal door een EU-richtlijn te vervangen door een EU-verordening.

Achtergrond

Plantaardig teeltmateriaal (Plant reproductive material - PRM) is plantaardig materiaal (bijvoorbeeld zaden, stekken, bomen, wortels, knollen) dat wordt gebruikt voor de voortplanting van andere planten. Bosbouwkundig teeltmateriaal (Forest reproductive material - FRM) verwijst naar zaden, planten en plantendelen van boomsoorten die worden gebruikt voor de aanleg van nieuwe bossen en voor andere soorten boomaanplant.

Op 5 juli 2023 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening inzake teeltmateriaal van gewassen (PRM-verordening) gepresenteerd. Op diezelfde dag presenteerde de Commissie een voorstel voor een verordening inzake bosbouwkundig teeltmateriaal (FRM-verordening).

Verordening inzake teeltmateriaal van gewassen

De voorgestelde verordening herziet de EU-wetgeving die van toepassing is op de productie en het in de handel brengen van teeltmateriaal door 10 richtlijnen te vervangen door één verordening. De voorgestelde verordening handhaaft de basisbeginselen van de huidige wetgeving dat rassen moeten worden geregistreerd en dat plantaardig teeltmateriaal (PRM) moet worden gecertificeerd voordat het in de handel mag worden gebracht.

Registratie verwijst naar de opname van een plantenras in een nationale lijst na bevestiging van de eigenschappen ervan (dat wil zeggen dat het zich onderscheidt van andere rassen op de markt, uniform en stabiel is). Registratie omvat ook het testen van rassen op eigenschappen die kunnen bijdragen aan een duurzamere agrovoedingsproductie. De geregistreerde rassen in een nationale catalogus zijn toegankelijk via het EU-plantenrassenportaal. Certificering verwijst naar inspectie op het veld waar plantaardig teeltmateriaal (PRM) wordt geproduceerd en bemonstering en testen van de PRM die van die velden wordt geoogst om te bevestigen dat PRM in de handel kan worden gebracht.

De voorgestelde verordening:

  • verhoogt de diversiteit van de PRM op de markt en van de cultuurgewassen op het veld door een grotere keuze te bieden aan alle soorten landbouwers en andere gebruikers (bv. amateurtuiniers) en vergemakkelijkt de instandhouding van deze diverse PRM. Deze toename in gecultiveerde agrobiodiversiteit wordt bereikt door vereenvoudigde regels voor instandhoudingsrassen en heterogeen materiaal en specifieke afwijkingen voor zaadbewaringsnetwerken en uitwisseling in natura van zaad tussen boeren;
  • ondersteunt biologische productie door aangepaste regels voor het testen van biologische rassen;
  • biedt amateurtuinders meer keuze door lichtere regels voor markttoegang

Verordening inzake bosbouwkundig teeltmateriaal

De voorgestelde verordening herziet de wetgeving die van toepassing is op de productie en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal door een richtlijn te vervangen door een verordening. De voorgestelde verordening handhaaft ook de beginselen van registratie van "ouderbomen" ("uitgangsmateriaal") en certificering voordat dat FRM in de handel mag worden gebracht. De verordening is gebaseerd op twee pijlers: (i) de oogst van bosbouwkundig teeltmateriaal van geregistreerde moederbomen (d.w.z. uitgangsmateriaal) om de traceerbaarheid te waarborgen en (ii) de certificering van FRM om een hoge zaadkwaliteit te garanderen.

De voorgestelde verordening versterkt de beoordeling van duurzaamheidskenmerken van moederbomen. Deze bomen worden gecontroleerd op kenmerken die bijdragen tot meer veerkrachtige bossen, bijvoorbeeld tolerantie voor ziekten en betere aanpassing aan de plaatselijke klimatologische en ecologische omstandigheden. Betere aanpassing betekent dat bomen goed groeien en geen symptomen van stress vertonen. De informatie over de aanpassing van moederbomen geeft gebruikers informatie over de geschiktheid van FRM geoogst van die moederbomen voor de huidige en toekomstige verwachte klimatologische en ecologische omstandigheden in een bepaald gebied. Met andere woorden, informatie over de geschiktheid van FRM laat bosbouwers weten waar dat FRM het beste geplant kan worden. Dit zal ervoor zorgen dat de juiste boom op de juiste plaats wordt geplant en zal het mogelijk maken om de aanpassing van bossen aan de klimaatverandering te versnellen, waardoor hun productiviteit in de toekomst verzekerd blijft.

Regels om het behoud van bedreigde genetische bosrijkdommen te vergemakkelijken zullen de genetische diversiteit van bomen vergroten en bijdragen tot het behoud van de biodiversiteit.

Nationale rampenplannen zullen ertoe bijdragen dat er voldoende bosbouwkundig teeltmateriaal beschikbaar is om gebieden te herbebossen die zijn getroffen door extreme weersomstandigheden, branden, uitbraken van plagen en andere rampen.

Meer informatie: