Commissie presenteert voorstel tot herziening van de verordening screening buitenlandse directe investeringen

Contentverzamelaar

Commissie presenteert voorstel tot herziening van de verordening screening buitenlandse directe investeringen

Het voorstel van de Commissie pakt de tekortkomingen in de huidige verordening aan door ervoor te zorgen dat alle EU-lidstaten beschikken over een screeningsmechanisme met beter geharmoniseerde nationale regels, vaststelling van het minimumaantal sectoren waarvoor alle lidstaten buitenlandse investeringen moeten screenen, en de uitbreiding van de screening tot investeringen van EU-investeerders die uiteindelijk worden gecontroleerd door personen of bedrijven uit een niet-EU-land.

Achtergrond

Een buitenlandse directe investering is een investering door een investeerder of onderneming uit een derde land (niet-EU-lidstaat) die gericht is op het vestigen of handhaven van duurzame directe betrekkingen tussen de investeerder uit het derde land en de ondernemer of onderneming uit een EU-lidstaat. Onder buitenlandse directe investeringen vallen ook investeringen van een investeerder of onderneming uit een derde land die de daadwerkelijke deelname aan het beheer van of de zeggenschap over een EU-onderneming mogelijk maken (artikel 2, onder 1 van verordening 2019/452)

Buitenlandse directe investeringen kunnen in bepaalde gevallen gevolgen hebben voor de veiligheid in en op de openbare orde van een EU-lidstaat. Bij de beoordeling van de gevolgen van een buitenlandse directe investering voor de openbare orde en de veiligheid houden de lidstaten rekening met alle relevante factoren, waaronder de gevolgen van de investering voor kritieke infrastructuur, technologieën en grondstoffen die van essentieel belang zijn voor de veiligheid en de handhaving van de openbare orde. Die beoordeling wordt ook wel screening genoemd. De EU heeft een kader vastgesteld voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU (verordening 2019/452, ook wel BDI-verordening).

De Europese Commissie heeft op 24 januari 2024 een evaluatieverslag over de BDI-verordening gepresenteerd. Naar aanleiding van dat verslag heeft de Commissie op diezelfde dag een voorstel voor een herziening van de BDI-verordening gepubliceerd.

Herziening van de BDI-verordening

De Europese Commissie heeft een evaluatie verricht van meer dan 1.200 transacties op het gebied van buitenlandse directe investeringen (BDI) die de lidstaten de afgelopen drie jaar in het kader van de huidige BDI-verordening hebben aangemeld. Voortbouwend op deze ervaring en de uitgebreide evaluatie van de huidige BDI-verordening pakt het voorstel van de Commissie de bestaande tekortkomingen aan en verbetert het de efficiëntie van het systeem door:

  1. ervoor te zorgen dat alle EU-lidstaten beschikken over een screeningmechanisme met beter geharmoniseerde nationale regels;
  2. vaststelling van het minimumaantal sectoren waarvoor alle lidstaten buitenlandse investeringen moeten screenen;
  3. uitbreiding van de EU-screening tot investeringen van EU-investeerders die uiteindelijk worden gecontroleerd door personen of bedrijven uit een niet-EU-land.

Meer informatie:

  • ECER-dossier – Toezicht op buitenlandse directe investeringen
  • ECER-bericht - EZK brengt een Handreiking over toepassing van het IIO en de FSR uit (24 januari 2024)
  • ECER-bericht - Europese Rekenkamer brengt verslag uit over de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU (13 december 2023)
  • ECER-bericht - Europese Commissie keurt jaarverslag over de uitvoering van buitenlandse directe investeringen goed (27 oktober 2023)
  • ECER-bericht - Uitvoeringsverordening over de Foreign Subsidies Regulation (FSR) vastgesteld (12 juli 2023)
  • Persbericht van de Europese Commissie