E-16/15 verzoek om advies in zaak Rainer Armbruster vs Swiss Life (Liechtenstein) AG

Contentverzamelaar

E-16/15 verzoek om advies in zaak Rainer Armbruster vs Swiss Life (Liechtenstein) AG

EVA-Hof zaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak

Termijnen: Motivering departement:  3 september 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:  25 september 2015
Schriftelijke opmerkingen (engelstalig) 19 oktober 2015 (fatale termijn)
Trefwoorden: levensverzekering; informatieplicht; ‘tweede hands’ polissen

Onderwerp
Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering

Werner Finzel en Ute Finzel-Heidinger hebben in 2003 een ‘unit-linked’ levensverzekering afgesloten bij verweersters rechtsvoorganger, een onder LIE recht vallende verzekeraar. Verweerster heeft met tussenpersoon Swiss Select Asset Management SSAM een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Verzoeker neemt in mei 2007 de polis van Ute Finzel over, door bemiddeling van SSAM. Ook in deze zaak (zie ook E-15/15) verzekert SSAM dat het een voor verzoekers situatie prima product is. Verzoeker had aangegeven dat het een pensioenvoorziening betrof en dat hij niet wilde dat in aandelen belegd zou worden. Maar in deze zaak laat de investering eveneens zeer te wensen over en verzoeker stapt naar de rechter omdat hij slecht geïnformeerd zou zijn door SSAM over het door hem afgesloten product.

De verwijzende LIE rechter (Fürstlicher Oberster Gerichtshof) besluit ook in deze zaak vragen aan het EVA-Hof voor te leggen (die vrijwel gelijkluidend zijn aan die in zaak E-15/15):
1. Is Article 36(2) of Directive 2002/83/EC of the European Parliament and of the Council of 5 November 2002 concerning life assurance to be interpreted as meaning that the duties to provide information referred to therein and in Annex III(A)(a)(11) and (a)(12) and (B)(b)(2) for unit-linked life assurance policies must also be fulfilled in the case where a person who, by a legal transaction, has acquired a unit-linked life assurance policy from another person with the consent of the assurer through the transfer of the contract (‘second-hand policies’)?
In the event that the Court answers the first question in the affirmative, the following additional question is asked:
2. Is Article 36(2) of Directive 2002/83/EC concerning life assurance to be interpreted as meaning that, in the case of the legal transfer of the contract for a unit-linked life assurance policy, only general information must be provided to the new policy holder or is the assurance company also required to provide the new policy holder with information specifically regarding the assurance product to be acquired by him, in particular regarding any differences between the risk profiles of the existing policy holder and of the transferee?
Furthermore, the following additional question is asked:
3. Are the provisions concerning the assurer’s obligations under Annex III(B)(b)(2) of Directive 2002/83/EC concerning life assurance effectively transposed into national law even if national law provides, in Annex 4(II)(2) of the Versicherungsaufsichtsgesetz (Law on insurance supervision, VersAG), in the case of unit-linked assurance policies, that during the term of an assurance contract information must be provided on the units underlying the assurance policy and the nature of the assets contained therein only where the changes in the information provided stem from ‘amendments of the law’ but not also 3 ‘in the event of a change in the policy conditions’ (Annex III(B)(b)(2) to Directive 2002/83/EC)?

Specifiek beleidsterrein: FIN-nf

Gerelateerde documenten