EU-Hof: een vliegtuigpassagier wordt geacht terugbetaling van ticketkosten per voucher te hebben geaccepteerd als deze eerder heeft aangegeven af te zien van terugbetaling via een geldsom

Contentverzamelaar

EU-Hof: een vliegtuigpassagier wordt geacht terugbetaling van ticketkosten per voucher te hebben geaccepteerd als deze eerder heeft aangegeven af te zien van terugbetaling via een geldsom

Een vliegtuigpassagier wordt geacht de terugbetaling van de kosten van het ticket per reisvoucher te hebben aanvaard wanneer hij tijdens het invullen van een formulier op de website van de luchtvaartmaatschappij heeft afgezien van terugbetaling van de kosten van het ticket met een geldsom. Niettemin is het aan de luchtvaartmaatschappij om te zorgen dat de passagier zich in een situatie bevindt waarin hij duidelijk op de hoogte wordt gebracht van de wijze van terugbetaling. Dat is het antwoord van het EU-Hof op een prejudiciële vraag van de Duitse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 21 maart 2024 in zaak C-76/23 (Cobult).

Achtergrond
Een luchtvaartpassagier reserveerde een vlucht van Fortaleza (Brazilië) naar Frankfurt am Main met een geplande verbinding in Lissabon, die moest worden uitgevoerd door de maatschappij TAP Air Portugal (TAP). De aansluitende vlucht werd geannuleerd.

Om terugbetaling van de kosten van de geannuleerde vlucht te verkrijgen, bood TAP passagiers een keuze aan: hetzij onmiddellijke terugbetaling per reisvoucher door het invullen van een onlineformulier, hetzij terugbetaling met andere middelen, bijvoorbeeld een geldsom, op voorwaarde dat zij vooraf contact hebben opgenomen met de klantenservice, zodat deze laatste de feiten kon onderzoeken. De zogenaamde aanvaardingsvoorwaarden van TAP bepalen dat als de passagier kiest voor terugbetaling per reisvoucher, vergoeding van de kosten van het ticket in geldvorm is uitgesloten.

De passagier verzocht om terugbetaling door middel van een reisvoucher, die hij onmiddellijk per e-mail heeft ontvangen. Twee maanden later droeg hij zijn rechten over aan Cobult (een cessionaris van passagiersrechten), die TAP verzocht om terugbetaling met een bedrag dat overeenkomt met de prijs van de geannuleerde vlucht, binnen een termijn van 14 dagen. Aangezien TAP weigerde deze terugbetaling te verrichten, maakte Cobult de zaak aanhangig bij de Duitse rechter.

De regionale rechter in Frankfurt am Main stelt de vraag aan de orde over uitleg van (artikel 7, lid 3 van) de relevante verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers in geval van instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten, en met name van het begrip „ondertekende overeenkomst van de passagier”, welke nodig is om een beroep te kunnen doen op terugbetaling per reisvoucher. De Duitse rechter wil met een prejudiciële vraag van het EU-Hof vernemen of het vereiste om een „ondertekende overeenkomst van de passagier” te hebben, een formele voorwaarde vormt voor de terugbetaling per reisvoucher.

EU-Hof
Het EU-Hof bevestigt in de uitspraak dat de passagier wordt geacht zijn „ondertekende overeenkomst” te hebben verleend wanneer hij een onlineformulier heeft ingevuld op de website van de luchtvaartmaatschappij waarmee hij die vorm van terugbetaling heeft gekozen, met uitsluiting van terugbetaling met een geldsom. Daartoe is het noodzakelijk dat de passagier een doeltreffende en geïnformeerde keuze kan maken. Hij of zij moet dus met kennis van zaken kunnen instemmen met terugbetaling van de kosten van zijn ticket per reisvoucher in plaats van met een geldsom. Dit veronderstelt dat de luchtvaartmaatschappij op billijke wijze duidelijke en volledige informatie heeft verstrekt over de verschillende wijzen van terugbetaling waarover de passagier beschikt.

Meer informatie:
Persbericht Curia (EN)
ECER-dossier: Vervoer - Luchtvaart