EU-Hof: EU-recht verzet zich niet tegen verbod op registratie van voertuigen die gesignaleerd staan in het Schengeninformatiesysteem

Contentverzamelaar

EU-Hof: EU-recht verzet zich niet tegen verbod op registratie van voertuigen die gesignaleerd staan in het Schengeninformatiesysteem

Voor de EU-lidstaten geldt geen algemene verplichting om een verbod in te voeren op de registratie van motorvoertuigen die in het Schengeninformatiesysteem (SIS II) zijn gesignaleerd. De EU-lidstaten beschikken wel over een ruime beoordelingsmarge om in een dergelijk verbod te voorzien. Het staat die EU-lidstaten ook vrij om een uitzondering op dat verbod in te voeren. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Litouwse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 15 december 2022 in de zaak C-88/21, Lietuvos Respublikos vidaus reikalų ministerija.

Achtergrond

De hoogste bestuursrechter van Litouwen (hierna: de verwijzende rechter) heeft het EU-Hof drie prejudiciële vragen voorgelegd over de uitleg van artikel 39 van besluit 2007/533/JBZ betreffende de instelling, werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (hierna: SIS II-besluit). Artikel 39 van het SIS II-besluit gaat over de maatregelen die lidstaten moeten nemen wanneer een voorwerp dat gesignaleerd staat in het SIS II, wordt aangetroffen.

De vragen zijn gerezen naar aanleiding van de weigering door de Litouwse bevoegde autoriteit om een voertuig in te schrijven in het motorvoertuigenregister. De reden voor de weigering was het feit dat het voertuig gesignaleerd staat in het SIS II. De Bulgaarse autoriteiten hadden het voertuig gesignaleerd met het oog op de inbeslagneming of voor gebruik als bewijs in een strafprocedure (zie artikel 38 van het SIS II-besluit). Het voertuig was gestolen in Bulgarije en later verkocht aan de persoon die het voertuig in Litouwen wil laten inschrijven. Deze persoon heeft te goeder trouw gehandeld.

De Litouwse autoriteiten hebben de Bulgaarse autoriteiten, en ook de oorspronkelijke eigenaar, in kennis gesteld van het feit dat het voertuig is aangetroffen. De Bulgaarse autoriteiten en de oorspronkelijke eigenaar namen echter, gedurende in ieder geval drie jaren, geen stappen om het voertuig in beslag te nemen en het eigendomsrecht te doen gelden. Evenmin verwijderden de Bulgaarse autoriteiten de signalering uit het SIS II. 

De Litouwse regelgeving bepaalt dat een voertuig niet mag worden ingeschreven in het motorvoertuigenregister als het voertuig gesignaleerd staat in het SIS II. De verwijzende rechter buigt zich over de wettigheid van deze regeling waarbij de aandacht uitgaat naar de afwezigheid van een uitzondering op het inschrijvingsverbod, bijvoorbeeld voor situaties waarin een voertuig is aangetroffen maar de signalerende lidstaat geen maatregelen neemt, en ook de signalering niet verwijdert. De verwijzende rechter vraagt zich af hoe dit nationale inschrijvingsverbod zich verhoudt tot artikel 39 van het SIS II-besluit

EU-Hof

Het EU-Hof oordeelt dat artikel 39 van het SIS II-besluit slechts in algemene bewoordingen beschrijft hoe de bevoegde autoriteiten van de uitvoerende lidstaat (in casu: Litouwen) gevolg moeten geven aan een treffer met betrekking tot een signalering in SIS II op basis van artikel 38 van dat besluit. De lidstaten beschikken over een ruime beoordelingsmarge met betrekking tot de maatregelen die zij moeten nemen wanneer zij uitvoering geven aan een signalering in SIS II.

Uit artikel 39 van besluit 2007/533 vloeit volgens het EU-Hof geen algemene verplichting voort om bijvoorbeeld een verbod in te voeren op de registratie van motorvoertuigen die in SIS II zijn gesignaleerd. Een lidstaat kan wel - gezien zijn ruime beoordelingsmarge - voorzien in een algemeen verbod op de registratie van motorvoertuigen die in SIS II zijn gesignaleerd. Het staat die lidstaat ook vrij om een uitzondering op dat verbod in te voeren.

Meer informatie: