EU-Hof: GAR-besluit tot vaststelling van een afwikkelingsregeling voor een falende bank vormt geen voor beroep vatbare handeling

Contentverzamelaar

EU-Hof: GAR-besluit tot vaststelling van een afwikkelingsregeling voor een falende bank vormt geen voor beroep vatbare handeling

Een afwikkelingsmaatregel die de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) in een afwikkelingsregeling heeft vastgesteld, wordt pas definitief en gaat pas bindende rechtsgevolgen sorteren nadat de Commissie een goedkeuringsbesluit heeft vastgesteld. Daarom moet de Commissie, en niet de GAR, zich voor de Unierechter verantwoorden voor die afwikkelingsmaatregel. Dat is het antwoord van het EU-Hof naar aanleiding van een hogere voorziening tegen een arrest van het EU-Gerecht.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 18 juni 2024 in de zaak C-551/22 P, Commissie tegen GAR.

Achtergrond

Na de wereldwijde financiële crisis van 2008 is de EU-wetgever overgegaan tot een pakket maatregelen, aangeduid als de Bankenunie, met het doel de financiële markten van de EU te beschermen tegen toekomstige instabiliteit. Eén van die maatregelen is het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (GAM), dat is ingesteld bij Verordening (EU) 806/2014 (hierna: de verordening). Dit mechanisme heeft voornamelijk tot doel om, zonder aanwending van belastinggelden, een ordelijke afwikkeling van falende banken mogelijk te maken en tegelijkertijd de financiële stabiliteit te bevorderen. Wanneer een bank faalt of waarschijnlijk zal falen kan de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) onder bepaalde voorwaarden een afwikkelingsregeling opstellen die de Europese Commissie binnen vierentwintig uur moet goedkeuren (artikel 18).

Op 6 juni 2017 werd het GAM voor de eerste maal toegepast, en wel voor de Banco Popular Español, S.A. (hierna: Banco Popular). Volgens het arrest van het EU-Gerecht in de zaak T-481/17 is de afwikkelingsregeling een voor beroep vatbare handeling waarvoor de GAR verantwoordelijk is. In de onderhavige hogere voorziening bij het EU-Hof bestrijdt de Commissie het oordeel van het EU-Gerecht dat beroep kan worden ingesteld tegen de GAR. Volgens haar had het beroep moeten worden gericht tegen de Commissie zelf, aangezien de afwikkelingsregeling pas in werking treedt nadat zij deze heeft goedgekeurd.

EU-Hof

Een afwikkelingsmaatregel die de GAR in een afwikkelingsregeling heeft vastgesteld, wordt pas definitief en gaat pas bindende rechtsgevolgen sorteren nadat de Commissie een goedkeuringsbesluit heeft vastgesteld. Daarom moet de Commissie, en niet de GAR, zich voor de Unierechter verantwoorden voor die afwikkelingsmaatregel. Het besluit van de GAR waarbij een afwikkelingsregeling voor een falende bank wordt vastgesteld, vormt dus volgens het EU-Hof geen handeling waartegen krachtens artikel 263, vierde alinea, van het EU-Werkingsverdrag beroep tot nietigverklaring kan worden ingesteld.

Het EU-Hof vernietigt het arrest van het EU-Gerecht voor zover daarbij het door partijen ingestelde beroep tot nietigverklaring tegen het besluit van de GAR betreffende de vaststelling van een afwikkelingsregeling voor Banco Popular, ontvankelijk is verklaard.