EU-Hof geeft uitleg aan het begrip 'telegeneeskunde'
Nieuwsbericht | 17-09-2025
Het betreft het arrest van het EU-Hof van 11 september 2025 in de zaak C-115/24, Österreichische Zahnärztekammer.
Het EU-Hof oordeelt verder dat de draagwijdte van richtlijn 2000/31 (de e-commercerichtlijn) niet beperkt is tot de terugbetaling van de kosten van grensoverschrijdende gezondheidszorg. Ook een telegeneeskundige dienst kan een 'dienst van de informatiemaatschappij' in de zin van die richtlijn zijn en dus binnen de werkingssfeer ervan vallen. Zowel richtlijn 2011/24 als richtlijn 2000/31 verklaren de wetgeving van de lidstaat waar de aanbieder is gevestigd van toepassing op deze dienstverlening. Bijgevolg moeten telegeneeskundige diensten worden verleend overeenkomstig die wetgeving.
Ook oordeelt het EU-Hof dat richtlijn 2005/36 (de beroepskwalificatierichtlijn) niet van toepassing is op een aanbieder van grensoverschrijdende gezondheidszorg door middel van telegeneeskunde. En evenmin op een in een lidstaat gevestigde aanbieder die zich niet verplaatst, maar een in een andere lidstaat gevestigde aanbieder fysieke gezondheidsdiensten laat verlenen aan een patiënt die in laatstgenoemde lidstaat woont.