EU-Hof: geen vluchtelingenstatus om de enkele reden dat een persoon doelwit is van een vendetta in de familiesfeer

Contentverzamelaar

EU-Hof: geen vluchtelingenstatus om de enkele reden dat een persoon doelwit is van een vendetta in de familiesfeer

Een persoon die om internationale bescherming verzoekt en die in zijn land van herkomst het doelwit is van een vendetta omdat hij lid is van een familie die betrokken is bij een vermogensgeschil, kan niet enkel op die grond kan worden beschouwd als behorend tot een “specifieke sociale groep” in de zin van artikel 10, lid 1, onder d), van de Kwalificatierichtlijn (richtlijn 2011/95). Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Oostenrijkse rechter.

Het betreft het arrest van het EU-Hof van 27 maart 2025 in de zaak C‑217/23 (Laghman).

Het EU-Hof merkt op dat om te kunnen worden erkend als een specifieke sociale groep, de betrokken groep in haar gehele directe omgeving als afwijkend moet worden beschouwd. Dit impliceert volgens het EU-Hof noodzakelijkerwijs dat deze perceptie wordt gedeeld door een wezenlijk deel van de individuen waaruit deze omgeving bestaat, en niet alleen door geïsoleerde actoren van daden die als vervolging in de zin van de richtlijn kunnen worden aangemerkt.

Een slachtoffer van een vendetta kan mogelijk wel in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, als aan de voorwaarden daarvoor is voldaan. Dit moet de bevoegde autoriteit van een lidstaat beoordelen.

Meer informatie:
ECER-dossier: Asiel en Immigratie - Kwalificatierichtlijn