EU-Hof: lidstaten mogen concurrenten van vermeende dader van inbreuk op bescherming persoonsgegevens toestaan om inbreuk bij rechter aan te vechten als verboden oneerlijke handelspraktijk
Nieuwsbericht | 25-10-2024
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 4 oktober 2024 in zaak C-21/23 (Lindenapotheke).
Achtergrond Het Duitse Bundesgerichtshof (hooggerechtshof), dat uitspraak moet doen in het geschil tussen twee concurrerende apothekers in Duitsland, verzoekt het EU-Hof om uitleg van de Algemene Verordening Gegevensbescherming ( AVG ; Verordening (EU) 2016/679).
Sinds 2017 verkoopt de verantwoordelijke apotheker van de "Lindenapotheke" op Amazon geneesmiddelen die alleen door apotheken mogen worden verkocht. Klanten moeten een aantal gegevens invoeren wanneer ze deze medicijnen online bestellen.
Met een beroep op de Duitse regelgeving inzake oneerlijke handelspraktijken vroeg een concurrerende apotheker aan Duitse rechtbanken om de eigenaar van Lindenapotheke te bevelen deze activiteit te staken zolang niet gewaarborgd was dat klanten vooraf toestemming konden geven voor de verwerking van gezondheidsgegevens. De Duitse rechtbanken van eerste en tweede aanleg oordeelden dat deze verhandeling inderdaad een oneerlijke en onrechtmatige praktijk vormde, aangezien zij in strijd was met de AVG. Zonder uitdrukkelijke toestemming van de klanten die geneesmiddelen kopen, zou de verkoop namelijk leiden tot een door deze verordening verboden verwerking van gezondheidsgegevens.
Het Bundesgerichtshof vraagt zich af of nationale wetgeving die het een concurrent toestaat om juridische stappen tegen de vermeende overtreder van de AVG te ondernemen op basis van het verbod op oneerlijke handelspraktijken, in overeenstemming is met deze verordening. Volgens de AVG is het namelijk in principe aan de nationale toezichthoudende autoriteiten om deze verordening te controleren en te handhaven en aan de betrokkenen (in dit geval de klanten) om hun rechten te verdedigen. Het Bundesgerichtshof wil ook weten of de informatie die wordt ingevoerd bij online aankopen van geneesmiddelen die alleen in apotheken mogen worden verkocht, gegevens over de gezondheid zijn in de zin van de AVG, zelfs als deze geneesmiddelen niet receptplichtig zijn. Daarom wendt het Bundesgerichtshof zich met prejudiciële vragen tot het EU-Hof.
EU-Hof Het EU-Hof antwoordt in de eerste plaats dat de AVG zich niet verzet tegen een nationale regeling die het – naast de rechten en bevoegdheden die de AVG toekent aan de nationale toezichthoudende autoriteiten, de betrokkenen en de verenigingen die deze betrokkenen vertegenwoordigen – concurrenten van de vermeende dader van een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens toestaat om tegen hem een rechtsvordering in te stellen wegens schending van deze verordening, op basis van het verbod van oneerlijke handelspraktijken. Dit helpt volgens het EU-Hof juist ongetwijfeld om de rechten van betrokkenen te versterken en ervoor te zorgen dat ze een hoog niveau van bescherming genieten. Bovendien kan dit bijzonder doeltreffend zijn als daarmee een groot aantal schendingen van de AVG kan worden voorkomen.
In de tweede plaats is het EU-Hof van oordeel dat de informatie die klanten invoeren wanneer zij aan apotheken voorbehouden geneesmiddelen online bestellen (zoals hun naam, leveringsadres en benodigde informatie voor individualisering van geneesmiddelen), gegevens betreffende de gezondheid vormen in de zin van de AVG, zelfs wanneer voor de verkoop van deze geneesmiddelen geen medisch recept vereist is.
Deze gegevens kunnen immers door intellectuele vergelijking of deductie informatie onthullen over de gezondheidstoestand van een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, omdat er een verband wordt gelegd tussen hem en een geneesmiddel, de therapeutische indicaties of het gebruik ervan, ongeacht of deze informatie betrekking heeft op de klant of een andere persoon voor wie de klant de bestelling plaatst. Het is dus irrelevant dat, wanneer er geen medisch voorschrift is, deze geneesmiddelen slechts met een zekere waarschijnlijkheid, en niet met absolute zekerheid, bestemd zijn voor de klanten die ze besteld hebben. Het maken van een onderscheid naargelang het soort geneesmiddel en de vraag of de verkoop ervan al dan niet aan een medisch recept onderworpen is, zou indruisen tegen de doelstelling van de AVG om een hoog beschermingsniveau te bieden. Daarom moet de verkoper deze klanten op een nauwkeurige, volledige en gemakkelijk te begrijpen manier informeren over de specifieke kenmerken en doeleinden van de verwerking van deze gegevens en hen om hun uitdrukkelijke toestemming voor deze verwerking vragen.
Meer informatie: Persbericht Curia ECER-dossier : Privacy