Op deze pagina:
Op grond van artikel 8, lid 1, van het EU-Handvest van de grondrechten en artikel 16, lid 1, van het EU-Werkingsverdrag heeft eenieder recht op bescherming van zijn persoonsgegevens. Persoonsgegevens zijn alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (artikel 4, onder 1, Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 3, onder 1, van richtlijn 2016/680).
Het Europees Parlement en de Raad kunnen op grond van artikel 16, lid 2, van het EU-Werkingsverdrag onder meer voorschriften vaststellen met betrekking tot de bescherming van natuurlijke personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de EU, alsook door de EU-lidstaten. De Raad en het Europees Parlement hebben onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (zie het ECER-dossier over de AVG) en Verordening 2018/1725 (zie het ECER-dossier over EU-instellingen en privacy) vastgesteld.
Daarnaast zijn op EU-niveau voorschriften vastgesteld met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens in het strafrecht (zie dit ECER-dossier) en de luchtvaart (zie dit ECER-dossier).
Naar boven
04-09-2025
In haar adequaatheidsbesluit van 10 juli 2023 concludeerde de Europese Commissie dat de Verenigde Staten een adequaat – met dat van de Europese Unie vergelijkbaar – beschermingsniveau waarborgt voor ...
01-07-2025
De Europese Commissie heeft op 24 juni 2025 een routekaart gepresenteerd om ervoor te zorgen dat rechtshandhavingsinstanties in de EU daadwerkelijk en rechtmatig toegang hebben tot gegevens. De routekaart is gericht op zes ...
20-05-2025
Sportbestuursorganen zijn beperkt in hun zelfregulering wanneer er een aanzienlijke invloed is op aangelegenheden die door het Unierecht worden beheerst. Deze beperking doet geen afbreuk aan de fundamentele vrijheid van ...