EU-Hof: Ook wolf in bewoond gebied wordt beschermd door EU-Habitatrichtlijn

Contentverzamelaar

EU-Hof: Ook wolf in bewoond gebied wordt beschermd door EU-Habitatrichtlijn

De natuurlijke habitat van beschermde soorten, zoals de wolf, kan zich uitstrekken tot een door de mens bewoond gebied. Opzettelijke vangst van de wolf in een dergelijk gebied blijft daarom verboden zolang er geen uitzondering op grond van bijvoorbeeld de openbare veiligheid is toegestaan door bevoegde autoriteiten. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Roemeense rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 11 juni 2020 in de zaak C-88/19 , Asociaţia “Alianța pentru combaterea abuzurilor” tegen TM e.a.

Aanleiding

De vraag wordt gesteld door een Roemeense rechter naar aanleiding van een geding over de vangst en het vervoer onder ongeschikte omstandigheden van een in het wild levende wolf in Roemenië.

Het Roemeense dorpje Şimon is gelegen tussen twee bosrijke, beschermde gebieden voor wolven, aangemerkt als natuurlijke habitats van de wolf in de zin van EU- Richtlijn 92/43/EEG  inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna: de EU-Habitatrichtlijn). In dit dorp bevond zich al een aantal dagen een wolf op het terrein van een lokale bewoner. De wolf at en speelde samen met de honden van deze bewoner. De wolf is op 6 november 2016    verdoofd door een dierenarts en in een kooi voor hondenvervoer getild, achterop een open auto. Tijdens het transport naar een berenreservaat is de wolf ontsnapt en naar de bossen gevlucht. Op 9 mei 2017 is een klacht ingediend in verband met het vangen en vervoeren in slechte omstandigheden van een wolf . Artikel 12 van de EU-Habitatrichtlijn bepaalt dat het “opzettelijk vangen of doden van in het wild levende specimens van die soorten”, in dit geval de wolf, verboden is. Uit de klacht blijkt dat er geen toestemming is gegeven door de Roemeense autoriteiten om de wolf te vangen en vervoeren. Er is dus geen beroep gedaan op de uitzondering in artikel 16 van de EU-Habitatrichtlijn, waarin staat dat o.a. de “openbare veiligheid” een reden kan zijn om af te wijken van de bescherming geboden in artikel 12. 

De Roemeense rechter stelt daarom de vraag aan het EU-Hof of de uitzondering in artikel 16 EU-Habitatrichtlijn moet worden vastgesteld door bevoegde autoriteiten van lidstaten, ook als een beschermde soort zich buiten de natuurlijke habitat bevindt en zich al dan niet in de onmiddellijke nabijheid daarvan ophoudt. Met andere woorden, is de wolf in dit gevalbeschermd ondanks het feit dat hij zich onder mensen bevond?

EU-Hof

Het EU-Hof wijst erop dat de doelstelling van de EU-Habitatrichtlijn is om bij te dragen tot het waarborgen van de biodiversiteit. Dit gebeurt door het in stand houden van de natuurlijke habitats en wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Lidstaten moeten hiertoe een volledig wettelijk kader vaststellen én concrete en specifieke, coherente en gecoördineerde preventieve beschermingsmaatregelen treffen.

Het EU-Hof benadrukt dat de EU-Habitatrichtlijn betrekking heeft op twee verschillende manieren van bescherming; gebieden en soorten. Deze twee vormen van bescherming staan los van elkaar. Beschermde soorten blijven ook buiten afgebakende, beschermde gebieden beschermd.

De wolf, Canis lupus, is een beschermde soort in de EU-Habitatrichtlijn. Voor deze soort zijn door lidstaten waar de wolf leeft, zoals in Roemenië, beschermde gebieden afgebakend. Natuurlijke habitats, ofwel verspreidingsgebieden, kunnen als beschermde gebieden worden afgebakend. Een “natuurlijk verspreidingsgebied” wordt ook gedefinieerd in het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten   (23 juni 1979 Bonn) en in het Guidance document on the strict protection of animal species of Community interest under the “Habitats” Directive 92/43/EEC.   In beide documenten wordt in de definitie duidelijk dat het niet uitmaakt van welke aard de gebieden zijn die door een soort doorkruist worden; een natuurlijk verspreidingsgebied is een dynamisch concept. Het EU-Hof oordeelt dat in een consequente uitleg de definitie van de begrippen “natuurlijk verspreidingsgebied” in de diverse documenten en “verspreidingsgebied” in de EU-Habitatrichtlijn hetzelfde moet zijn.

Daarom stelt het EU-Hof vast dat dat de habitat van een soort geen “vast en onveranderlijk afgebakend territorium” is. Tegelijkertijd verplicht de EU-Habitatrichtlijn lidstaten om speciale beschermingszones voor de wolf af te bakenen. Het doel van speciale beschermingszones die door een lidstaat worden afgebakend is volgens het EU-Hof echter niet om de habitat van beschermde soorten, in dit geval de wolf, volledig te omsluiten. Het Hof beredeneert dat het natuurlijke verspreidingsgebied geen beperkingen of grenzen kent. Het gaat er immers om dat schade aan beschermde diersoorten doeltreffend wordt voorkomen door de EU-Habitatrichtlijn.

Het EU-Hof concludeert dat beschermde diersoorten óók in of aan de rand van een door de mens bewoond gebied onder de bescherming van de EU-Habitatrichtlijn vallen. De opzettelijke vangst en het vervoer van een beschermde soort, zoals de wolf, is in een dergelijk gebied dus in principe verboden onder artikel 12, lid 1 onder a), tenzij een bevoegde nationale instantie een afwijking op grond van artikel 16, lid 1 van de EU-Habitatrichtlijn heeft toegestaan.