EU-Hof oordeelt over het in de AVG vastgelegde recht op schadevergoeding

Contentverzamelaar

EU-Hof oordeelt over het in de AVG vastgelegde recht op schadevergoeding

De in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) genoemde criteria voor de vaststelling van het bedrag van administratieve geldboeten kunnen niet worden gebruikt om het bedrag van de schadevergoeding op grond van de AVG vast te stellen. De omstandigheid dat de verwerkingsverantwoordelijke meerdere inbreuken ten aanzien van dezelfde persoon heeft begaan, vormt geen relevant criterium bij de berekening van de krachtens de AVG aan die persoon toe te kennen schadevergoeding. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van een Duitse rechter.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 11 april 2024 in de zaak C-741/21, juris.

Achtergrond

GP, een natuurlijk persoon die zelfstandig advocaat is, was klant bij juris, een vennootschap die een juridische databank exploiteert. Nadat GP had vernomen dat juris zijn persoonsgegevens ook voor direct marketing gebruikte, heeft hij op 6 november 2018 al zijn toestemmingen om van dit bedrijf informatie te ontvangen per e-mail of telefoon schriftelijk ingetrokken en zich verzet tegen elke verwerking van die gegevens. GP wenste alleen nog de ‘nieuwsbrieven’ te ontvangen. Desondanks heeft GP in januari 2019 en in mei 2019 reclamebrieven ontvangen. In beide gevallen heeft GP bezwaar gemaakt.

GP heeft bij een Duitse rechter in eerste aanleg (hierna: de verwijzende rechter) beroep ingesteld tot vergoeding, op grond van artikel 82, lid 1, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), van zijn materiële en immateriële schade. Hij betoogt met name dat de controle over zijn persoonsgegevens verloren is gegaan door de verwerkingen die juris ondanks zijn bezwaar van die gegevens heeft verricht, en dat hij op deze grond schadevergoeding kan krijgen. De verwijzende rechter heeft vervolgens prejudiciële vragen aan het EU-Hof gesteld over het in de AVG vastgelegde recht op schadevergoeding.  

EU-Hof

Het EU-Hof oordeelt dat een schending van bepalingen van de AVG die de betrokken persoon rechten verlenen, op zichzelf niet volstaat om van immateriële schade in de zin van artikel 82, lid 1, van de AVG te kunnen spreken. De betrokken persoon moet namelijk niet alleen aantonen dat de bepalingen van de AVG zijn geschonden, maar ook dat hij schade heeft geleden ten gevolge van deze schending. Dit geldt volgens het EU-Hof zelfs wanneer bij de geschonden AVG-bepaling rechten worden toegekend aan natuurlijke personen. De betrokken persoon hoeft volgens het EU-Hof niet aan te tonen dat de schade een bepaalde drempel van ernst heeft overschreden.

Vervolgens brengt het EU-Hof in herinnering dat de verwerkingsverantwoordelijke ervoor moet zorgen dat zijn werknemers zijn instructies met betrekking tot de verwerking van gegevens opvolgen. Die verwerkingsverantwoordelijke kan zich niet op grond van artikel 82, lid 3, van de AVG bevrijden van zijn aansprakelijkheid door zich louter te beroepen op een nalatigheid of fout van iemand die onder zijn gezag handelt. Om vrijgesteld te kunnen worden van aansprakelijkheid moet de verwerkingsverantwoordelijke aantonen dat er geen causaal verband bestaat tussen zijn eventuele niet-nakoming van de verplichting tot gegevensbescherming – die op hem rust krachtens de AVG – en de door de betrokkene geleden schade. Het is volgens het EU-Hof niet voldoende dat hij aantoont dat hij instructies had gegeven aan personen die onder zijn gezag handelden en dat één van deze personen zijn verplichting om die instructies op te volgen niet is nagekomen en aldus heeft bijgedragen tot het ontstaan van de schade in kwestie.

Tenslotte oordeelt het EU-Hof dat de in artikel 83 van de AVG genoemde criteria voor de vaststelling van het bedrag van administratieve geldboeten niet kunnen worden gebruikt om het bedrag van de schadevergoeding op grond van artikel 82 AVG vast te stellen. Daarnaast oordeelt het EU-Hof dat de omstandigheid dat de verwerkingsverantwoordelijke meerdere inbreuken ten aanzien van dezelfde persoon heeft begaan, geen relevant criterium kan vormen bij de berekening van de krachtens artikel 82 AVG aan die persoon toe te kennen schadevergoeding.

Meer informatie:

  • ECER-dossier – Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)