EU-Hof verduidelijkt het begrip ‘producent’ uit de EU-richtlijn productaansprakelijkheid
Nieuwsbericht | 27-12-2024
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 19 december 2024 in de zaak C-157/23, Ford Italia.
In juli 2001 kocht een consument een Ford-auto bij Stracciari, een dealer van dat merk in Italië. Het voertuig was vervaardigd door Ford WAG, een in Duitsland gevestigde onderneming, en vervolgens aan de dealer geleverd via Ford Italia, dat Ford-voertuigen in Italië distribueert. In december 2001 was de consument betrokken bij een ongeval waarbij de airbag niet werkte. De consument heeft daarom tegen de dealer en Ford Italia een vordering ingesteld tot vergoeding van de schade die hij als gevolg van het defect van het voertuig heeft geleden. Ford Italia stelde dat zij niet aansprakelijk was voor het gebrek van de airbag omdat zij het voertuig niet had vervaardigd.
De gerechtelijke procedure is uiteindelijk terecht gekomen bij de hoogste Italiaanse rechter in burgerlijke en strafzaken. Die rechter vraagt zich af hoe de definitie van het begrip ‘producent’ in de EU-richtlijn productaansprakelijkheid moet worden uitgelegd. Hij wenst van het EU-Hof te vernemen of de leverancier van een gebrekkig product moet worden beschouwd als een ‘persoon die zich [...] als producent presenteert’ in de zin van deze richtlijn, ook al heeft die leverancier zijn naam niet fysiek op dat product aangebracht, maar is het merk dat de fabrikant op dat product heeft aangebracht en dat overeenkomt met de naam van die producent, hetzelfde als een onderscheidend kenmerk van de naam van de leverancier.
Het EU-Hof merkt op dat het begrip ‘persoon die zich [...] als producent presenteert’ uit de EU-richtlijn productaansprakelijkheid niet alleen verwijst naar de persoon die zijn naam fysiek op het product heeft aangebracht, maar ook naar de leverancier, indien zijn naam of een onderscheidend kenmerk daarvan overeenkomt met de naam van de fabrikant en met de naam, het merk of een ander onderscheidend kenmerk van het product. In beide gevallen gebruikt de leverancier deze gelijkenis om zich aan de consument voor te stellen als de persoon die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het product en om het vertrouwen van de consument te winnen, alsof het product rechtstreeks door de producent was verkocht.
Het EU-Hof voegt hieraan toe dat de EU-wetgever met het oog op de bescherming van de consument heeft gewaarborgd dat ‘eenieder die zich [...] als producent presenteert’ op dezelfde wijze aansprakelijk wordt gesteld als de ‘werkelijke’ producent. Bovendien moet de consument vrijelijk kunnen kiezen om van één van hen volledige schadevergoeding te vorderen, aangezien zij hoofdelijk aansprakelijk zijn. De bescherming van de consument zou ontoereikend zijn indien de distributeur de consument zou kunnen ‘doorverwijzen’ naar de producent, die de consument misschien niet kent.
