Europees Parlement geeft goedkeuring aan oprichting van een Europees Ethisch Orgaan

Contentverzamelaar

Europees Parlement geeft goedkeuring aan oprichting van een Europees Ethisch Orgaan

Het nieuwe Interinstitutioneel orgaan voor ethische normen voor de EU-instellingen zal onder meer gemeenschappelijke minimumnormen voor ethisch gedrag ontwikkelen en interpreteren en rapportages uitbrengen over de manier waarop die normen worden weerspiegeld in interne regels van betrokken EU-instellingen.

Op 25 april 2024 keurde het Europees Parlement de oprichting van een nieuw EU-orgaan om de integriteit, transparantie en verantwoordingsplicht in de Europese besluitvorming te versterken goed (zie hier de teksten van het besluit van het Europees Parlement en bijlage).

Het akkoord werd bereikt tussen het Europees Parlement (EP), de Raad, de Europese Commissie, het EU-Hof, de Europese Centrale Bank, de Europese Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio's. Het voorziet in de gezamenlijke oprichting van een nieuw EU orgaan voor ethische normen. Het orgaan zal gemeenschappelijke minimumnormen voor ethisch gedrag ontwikkelen, bijwerken en interpreteren, en verslagen publiceren over de manier waarop deze normen zijn weerspiegeld in de interne regels van elke ondertekenaar van het akkoord.

De instellingen die deelnemen aan het Ethisch Orgaan worden vertegenwoordigd door één hooggeplaatst lid en de functie van voorzitter van het orgaan zal elk jaar tussen de instellingen rouleren. Vijf onafhankelijke deskundigen zullen het werk van het orgaan ondersteunen en zij kunnen worden geraadpleegd door de deelnemende instellingen en organen over gestandaardiseerde schriftelijke verklaringen, waaronder belangenverklaringen.

Het akkoord moet nog door alle partijen worden ondertekend voordat het in werking kan treden. De overeenkomst zal drie jaar na de inwerkingtreding worden geëvalueerd om het orgaan verder te verbeteren en te versterken.

Achtergrond
Het Europees Parlement dringt sinds september 2021 (zie persbericht EP) aan op oprichting van een ethisch orgaan voor de EU-instellingen, met echte onderzoeksbevoegdheid en een structuur die geschikt is voor het beoogde doel. Europarlementariërs herhaalden de oproep in december 2022 (zie persbericht EP), en stelden een reeks interne verbeteringen voor om de integriteit, transparantie en verantwoordingsplicht te verbeteren (zie persbericht EP). In juli 2023 werd het voorliggende voorstel van de Europese Commissie voor een Interinstitutioneel orgaan voor ethische normen voor EU-instellingen (Mededeling COM(2023) 311; zie daarover ook dit ECER-bericht) door Europarlementariërs nog als onbevredigend omschreven (zie persbericht EP). Zij deden enkele verbetervoorstellen door aan de taken van de onafhankelijke deskundigen de bevoegdheid toe te voegen om individuele gevallen te onderzoeken en aanbevelingen te doen.

Behandeling in EP
Het EP herhaalt zijn toezegging om het onafhankelijke ethische orgaan in de toekomst verder te ontwikkelen, zodat het in staat zou zijn om op eigen initiatief onderzoeken uit te voeren en aanbevelingen voor sancties te doen. Een dergelijk orgaan zou volgens het EP moeten bestaan uit onafhankelijke deskundigen als volwaardige leden, en zich moeten bezighouden met leden van EU-instellingen en -organen voor, tijdens en na hun ambtstermijn of dienstverband, evenals met personeel. Europarlementariërs betreuren dat de Raad niet meegaat in het idee om het orgaan ten minste de vertegenwoordigers op ministerieel niveau te laten omvatten van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad bekleedt.

De standpunten van het EP raken ook de financieringsbepalingen, de criteria voor de benoeming van de deskundigen op basis van consensus, de bestaande juridische wegen voor het verzamelen van informatie door het orgaan en de modaliteiten van het werk van de onafhankelijke deskundigen. Ook wordt gesteld dat het orgaan het goede voorbeeld moet geven door werk gerelateerde informatie te publiceren in een machine leesbaar open dataformaat dat toegankelijk is voor burgers, terwijl de privacy van de betrokken personen en het vermoeden van onschuld in passende mate worden beschermd.

Tot slot benadrukken de EP-leden de noodzaak om te definiëren hoe het mandaat van de vicevoorzitter (en het plaatsvervangend lid) die het EP vertegenwoordigen zal worden bepaald, en om verantwoordingsmechanismen in te stellen (waaronder de Commissie Constitutionele Zaken) om te zorgen dat EP-leden inspraak hebben in de ontwikkeling van normen die bindend voor hen zijn.

Meer informatie:
Persbericht Europees Parlement
ECER-EU-essentieel: Openbaarheid
ECER-EU-essentieel: Instellingen en overige organen
ECER-EU-essentieel: Waarden en beginselen van de EU