Europese Commissie akkoord met Nederlandse steunregeling ov-bedrijven ter compensatie Covid schade
Contentverzamelaar
Nieuwsbericht | 06-11-2020
Het Nederlandse kabinet heeft diverse noodmaatregelen getroffen om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Van sluiting van scholen en kinderopvang tot thuiswerk. Mede hierdoor zijn de openbaar vervoer reisbewegingen teruggelopen en zijn vele vervoersbedrijven in ernstige liquiditeitsproblemen gekomen. De bedrijven dreigen daardoor uit de markt te worden gedrukt. De steunregeling is bedoeld om ov-bedrijven te compenseren voor geleden schade.
De regeling houdt in dat ieder bedrijf dat op basis van een contract met een regionale overheid of de rijksoverheid ov-diensten aanbiedt, gecompenseerd wordt voor de schade die zij hebben geleden bij het nakomen van hun contractuele verplichtingen in de omstandigheden zoals die door de uitbraak van het coronavirus en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen zijn ontstaan. De overheidssteun zal de vorm aannemen van directe subsidies aan vervoersbedrijven voor schade in de periode tussen 15 maart en 31 augustus 2020. Lidstaat Nederland zal er zelf op toezien dat een individueel vervoersbedrijf niet meer compensatie krijgt dan de daadwerkelijk geleden schade, en dat alle betalingen die hoger uitvallen dan die schade, zullen worden teruggevorderd.
De Commissie heeft de Nederlandse maatregel getoetst aan artikel 107, lid 2, punt b), van het EU-Werkingsverdrag. Zij is van mening dat de uitbraak van het coronavirus kan worden aangemerkt als een buitengewone gebeurtenis in de zin van dit artikel, aangezien het bij de uitbraak van het virus gaat om een buitengewone, niet te voorziene gebeurtenis met een aanzienlijke economische impact. Daarom zijn wat de Commissie betreft uitzonderlijke interventies van de lidstaten ter compensatie van de schade in verband met die uitbraak gerechtvaardigd. De Commissie heeft tevens vastgesteld dat de Nederlandse regeling schade zal compenseren die die rechtstreeks verband houdt met de uitbraak van het coronavirus, waarmee de causaliteit van de regeling is aangetoond. Zij kwam tot slot ook nog tot de bevinding dat de maatregel evenredig is, aangezien de voorgestelde compensatie niet verder gaat dan wat noodzakelijk is om de schade te vergoeden.
Op basis hiervan concludeert de Commissie dat de voorgelegde Nederlandse steunregeling in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.
Achtergrond
De toepassing van vaststelling van
een Nederlandse steunmaatregel specifiek voor ov-bedrijven
voor schade die is geleden als gevolg van een buitengewone
omstandigheid (in dit geval de covid-crisis) in de zin van
artikel
107, lid 2, sub b van het EU-Werkingsverdrag, is één
van de instrumenten die kunnen worden ingezet voor
steunverlening in overeenstemming met de
EU-staatssteunregels. Andere mogelijkheden voor
staatssteunproof steunverlening ten behoeve van het opvangen
van gevolgen van de covid-crisis zijn bijvoorbeeld
toepassing van artikel
107, lid 3, punt c van het EU-Werkingsverdrag
(reddingssteun) dan wel maatregelen op grond van en in
overeenstemming met de de-Minimisverordening of de Algemene
Groepsvrijstellingsverordening (AGVV).
Meer informatie:
- Persbericht van de Europese Commissie
- ECER dossier: Staatssteun
- ECER bericht: Covid-19 update : EU-ontwikkelingen coronavirus
-
De Nederlandse steunregeling voor
ov-bedrijven (het besluit van de Commissie) komt binnenkort
onder zaaknummer SA.58738
beschikbaar in het
staatssteunregister
op de website van
DG Concurrentie
van de Commissie