Europese Commissie concludeert voorlopig dat Chinese elektrische auto-industrie profiteert van oneerlijke subsidies
Nieuwsbericht | 18-06-2024
Ook de waarschijnlijke gevolgen en impact van maatregelen voor importeurs, gebruikers en consumenten van batterijvoertuigen in de EU zijn onderzocht. De Commissie heeft dan ook contact met de Chinese autoriteiten gezocht om de bevindingen te bespreken en na te gaan hoe de vastgestelde problemen op een met de WTO-regels verenigbare wijze kunnen worden opgelost.
Indien de besprekingen met de Chinese autoriteiten niet tot een doeltreffende oplossing leiden, worden voorlopige door de Commissie ingestelde compenserende rechten op de invoer van batterijvoertuigen uit China met ingang van 4 juli ingevoerd door middel van een waarborg. Deze waarborgvorm moet door de douane in elke lidstaat worden vastgesteld en worden alleen geïnd indien definitieve rechten worden ingesteld.
Ook stelt de Commissie voor om individuele rechten in te stellen voor in de steekproef opgenomen Chinese producenten.
Meer informatie over toepassing van het handelsbeschermingsbeleid van de Europese Unie is ook verkrijgbaar op deze websitepagina van de Europese Commissie. Daarnaast bracht de Commissie een Q&A uit over onderhavig antidwang (subsidie)onderzoek naar producenten van elektrische voertuigen in China.
De procedure De Commissie opende op 4 oktober 2023 ambtshalve een formeel antidwang subsidieonderzoek naar de invoer van batterijvoertuigen voor personen van oorsprong uit China (zie voor meer informatie ook het Document met voorafgaande kennisgeving ). Dergelijke onderzoeken moeten uiterlijk 13 maanden na de opening ervan worden afgesloten. Voorlopige compenserende rechten kunnen door de Commissie worden bekendgemaakt binnen negen maanden na de opening van het onderzoek (in dit geval uiterlijk op 4 juli). Definitieve maatregelen moeten binnen vier maanden na de instelling van de voorlopige rechten worden ingesteld.
Na een met redenen omkleed verzoek kan in dit geval één producent van batterijvoertuigen in China (Tesla) in het definitieve stadium een individueel berekend recht toegekend krijgen. Elke andere in China producerende, niet in de definitieve steekproef opgenomen onderneming die diens specifieke situatie wenst te laten onderzoeken, kan overeenkomstig de EU-antidwanginstrument-verordening (EU-Verordening 2023/2675, ook wel de Anti-Coercion verordening genoemd) net na de instelling van definitieve maatregelen (dat is 13 maanden na de opening van het onderzoek) om een versneld nieuw onderzoek verzoeken. De termijn voor het afronden van een dergelijk nieuw onderzoek is negen maanden.
Informatie over het beoogde niveau van de voorlopige rechten wordt overeenkomstig de procedures van de antidwanginstrument-verordening verstrekt aan alle belanghebbenden (inclusief producenten in de Unie, importeurs en exporteurs en hun representatieve verenigingen, Chinese producenten-exporteurs en hun representatieve verenigingen, en het land van oorsprong en/of uitvoer, in dit geval China) en aan de EU-lidstaten voordat dergelijke maatregelen worden ingesteld. Deze informatie wordt ook openbaar gemaakt op de website van de Commissie .
De in de steekproef opgenomen ondernemingen hebben individueel informatie ontvangen over de berekeningen die hen betreffen en hebben de mogelijkheid opmerkingen te maken over de juistheid daarvan. Indien deze eventuele opmerkingen voldoende tegenbewijs opleveren, kan de Commissie haar berekening herzien in overeenstemming met het EU-recht.
Meer informatie: Persbericht Europese Commissie ECER-dossier: Handelspolitiek- Regelgeving EU- Toegang tot de markt ECER-bericht: EU-verordening over het antidwanginstrument in werking getreden (10 januari 2024)