Europese Commissie geeft goedkeuring voor staatssteun aan een tweede waterstof-project van gemeenschappelijk Europees belang

Contentverzamelaar

Europese Commissie geeft goedkeuring voor staatssteun aan een tweede waterstof-project van gemeenschappelijk Europees belang

De toestemming van de Europese Commissie ziet op een tweede belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (“IPCEI”) voor ondersteuning van onderzoek en innovatie, eerste industriële toepassing en bouw van relevante infrastructuur in de waterstofwaardeketen. Aan het project nemen dertien EU-lidstaten, waaronder Nederland, deel.

Het gaat om het zogenoemde "IPCEI Hy2Use"-project dat gezamenlijk werd voorbereid en aangemeld door dertien lidstaten: België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Spanje en Zweden. De niet-vertrouwelijke versie van het besluit is beschikbaar via het Staatssteunregister op de website van DG Concurrentie. Voor Nederland is het besluit terug te vinden onder zaaknummer SA.64650 

Als gevolg van de goedgekeurde staatssteun zullen de lidstaten maximaal 5,2 miljard euro aan overheidsfinanciering verstrekken voor het project, en naar verwachting 7 miljard euro aan extra particuliere investeringen aantrekken. In het kader van dit IPCEI (Important Projects of Common European Interest) zullen 29 ondernemingen met activiteiten in een of meer lidstaten, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen ("kmo's") en start-ups, deelnemen aan 35 projecten. De directe deelnemers zullen onderling nauw samenwerken (in tal van samenwerkingsverbanden), alsook met meer dan 160 externe partners, zoals universiteiten, onderzoeksorganisaties en kmo’s uit heel Europa.

IPCEI Hy2Use zal een groot deel van de waterstofwaardeketen bestrijken door ondersteuning van i) de bouw van waterstofgerelateerde infrastructuur, met name grootschalige elektrolyse-installaties en vervoersinfrastructuur, voor de productie, de opslag en het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme waterstof; en ii) de ontwikkeling van innovatieve en duurzamere technologieën voor de integratie van waterstof in de industriële processen van verschillende sectoren, die met name moeilijker koolstofarm of koolstofvrij te maken zijn, zoals de staal-, cement- en glassector. Verwacht wordt dat het IPCEI de bevoorrading met hernieuwbare en koolstofarme waterstof zal stimuleren en zo zal leiden tot minder afhankelijkheid van aardgasleveringen.

Noorwegen, dat lid is van de Europese Economische Ruimte, neemt ook deel aan het "Hy2Use"-IPCEI met twee afzonderlijke projecten. De door Noorwegen aangemelde staatssteun moet worden beoordeeld door de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandels Associatie (EVA).

IPCEI Hy2Use volgt op het eerste belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang dat betrekking heeft op de waardeketen voor waterstof, namelijk "Hy2Tech", dat de Commissie medio juli goedkeurde (zie dit ECER-bericht). Beide IPCEI's hebben betrekking hebben op de waardeketen van waterstof, maar Hy2Use is toegespitst op projecten die niet onder Hy2Tech vallen, namelijk waterstofgerelateerde infrastructuur en toepassingen van waterstof in de industrie (terwijl Hy2Tech gericht is op eindgebruikers in de sector van de mobiliteit). 

Staatssteunbeoordeling door de Commissie

De Commissie heeft het voorgenomen project getoetst aan de EU-staatssteunregels, in het bijzonder aan haar mededeling betreffende belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI's).

Deze mededeling omschrijft volgens welke criteria verschillende lidstaten transnationale projecten die voor de EU van strategisch belang zijn, kunnen ondersteunen op grond van artikel 107, lid 3, punt b), van het EU-Werkingsverdrag. De mededeling bedoelt de lidstaten ertoe aan te zetten sterk innovatieve projecten te steunen en zo een duidelijke bijdrage te leveren aan economische groei, banen en het concurrentievermogen. De IPCEI-mededeling is een aanvulling op andere staatssteunregels zoals de richtsnoeren op het gebied van klimaat, energie en milieu, de algemene groepsvrijstellingsverordening en het steunkader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I), waarmee steun aan innovatieve projecten kan worden gegeven terwijl potentiële verstoringen van de mededinging toch beperkt blijven.

De Commissie concludeerde dat het Hy2Use-IPCEI voldoet aan de voorwaarden uit de desbetreffende mededeling, met name:

  • Het project levert een bijdrage tot een gemeenschappelijke doelstelling door een belangrijke strategische waardeketen voor de toekomst van Europa te ondersteunen, en door bij te dragen aan de doelstellingen van belangrijke EU-beleidsinitiatieven zoals de Europese Green Deal, de EU-waterstofstrategie en het REPowerEU-plan.
  • De 35 projecten die deel uitmaken van het IPCEI, zijn allemaal zeer ambitieus, aangezien zij gericht zijn op de ontwikkeling van technologieën en infrastructuur die verder gaan dan wat de markt momenteel biedt, en opmerkelijke verbeteringen mogelijk zullen maken wat prestaties, veiligheid, milieueffecten en kostenefficiëntie betreft.
  • Het IPCEI brengt ook aanzienlijke technologische en financiële risico's met zich mee. Overheidssteun is dus noodzakelijk om ondernemingen ertoe aan te zetten investeringen te verrichten.
  • Steun aan individuele bedrijven blijft beperkt tot wat noodzakelijk en evenredig is en de mededinging niet buitensporig verstoort. De Commissie heeft zich ervan vergewist dat de totale voorgenomen maximumbedragen aan steun in overeenstemming zijn met de subsidiabele kosten van de projecten en de “financieringskloof” ervan. Indien grote, door het IPCEI bestreken projecten uiteindelijk erg succesvol blijken en extra netto-opbrengsten opleveren, zullen de bedrijven voorts een deel van de ontvangen steun teruggeven aan de betrokken lidstaten (terugvorderingsmechanisme).
  • De deelnemende bedrijven die de overheidssteun ontvangen, zullen de uitkomsten van het project breed delen zodat naast de ondernemingen en de landen die deel uitmaken van het IPCEI, ook Europese wetenschappers en het Europese bedrijfsleven daar baat bij vinden. Dit levert in heel Europa positieve overloopeffecten.

Eindconclusie van de Commissie is dat het project in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.

Meer informatie:

Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier : Staatssteun
ECER-dossier : Milieu
ECER-dossier : Onderzoek en technologie