Europese Commissie keurt twee Nederlandse steunregelingen goed

Contentverzamelaar

Europese Commissie keurt twee Nederlandse steunregelingen goed

Het gaat om een herinvoering van de steunregeling ten behoeve van gasopslag in de Bergermeerpolder alsmede om een wijziging van de SDE++ subsidieregeling ter vermindering van broeikasemissies.

Regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE++)
De Europese Commissie heeft op 10 juli 2023 grond van de EU-staatssteunregels ingestemd met de wijziging van een Nederlandse regeling om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De Nederlandse steunregeling draagt bij aan de verwezenlijking van de energie- en klimaatdoelstellingen van Nederland en de strategische doelstellingen van de EU in verband met de Europese Green Deal.

Nederland had de Commissie eerder in kennis gesteld van het voornemen tot wijziging van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (“SDE++”), die oorspronkelijk in december 2020 door de Commissie werd goedgekeurd (SA.53525) en in december 2021 werd gewijzigd (SA.100461). De gewijzigde regeling loopt tot en met 31 december 2025. De goedkeuringsbesluit van 10 juli komt binnenkort beschikbaar onder zaaknummer SA.104448 in het Staatssteunregister op de website van DG Concurrentie.

De steunregeling SDE++, met een totale begroting van 30 miljard euro, moet bijdragen aan de inspanningen van Nederland om de broeikasgasemissies tegen 2030 met 55 procent te verminderen en tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken ten opzichte van het niveau van 1990.

De SDE++ regeling ondersteunt een breed scala aan projecten met verschillende technologische benaderingen, waaronder projecten op basis van hernieuwbare elektriciteit en warmte, koolstofarm en hernieuwbaar gas, met inbegrip van waterstof, en brandstoffen voor de vervoersector.

Nederland heeft verschillende wijzigingen aangebracht in de bestaande regeling. Deze wijzigingen garanderen met name een bepaald budget voor de ondersteuning van projecten op gebieden waar decarbonisatie momenteel relatief duur is, maar die veelbelovend groen potentieel hebben. In 2023 zal een minimumbudget van 750 miljoen euro worden toegewezen aan projecten op elk van de volgende gebieden:

  1. Lage temperatuurwarmte, met inbegrip van geothermische warmte, warmtepompen en thermische zonne-energie;
  2. Hoge temperatuurwarmte, met inbegrip van mogelijkheden voor elektrificatie voor de industrie via warmtepompen en elektrische ketels; en
  3. moleculen, waaronder waterstofproductie via elektrolyse, productie van biomethaan en geavanceerde hernieuwbare brandstoffen voor de vervoersector.

Daarnaast wordt de regeling gewijzigd om ook i) luchtwaterwarmtepompen voor de verwarming van gebouwen en ii) de mogelijke toekomstige elektrificatie van offshore-platforms te bestrijken.

De begunstigden worden geselecteerd door middel van jaarlijkse concurrerende, transparante en niet-discriminerende biedprocedures. Zij worden geselecteerd op basis van de laagste vereiste subsidie per eenheid verminderde broeikasgasemissies.

De begunstigden zullen steun ontvangen via een variabel premiecontract met een looptijd tussen 12 en 15 jaar. De betalingen aan de begunstigden zullen worden aangepast op basis van de ontwikkeling van de marktprijzen (bijvoorbeeld van elektriciteit, gas of koolstof) gedurende de looptijd van het steuncontract. Gezien de grote verscheidenheid aan kosten en dus aan subsidiebehoeften onder de begunstigden, gelden per technologie prijsplafonds om het risico te beperken dat goedkopere technologieën worden overgecompenseerd. Deze plafonds verhinderen dat de goedkoopste technologieën voor emissiereductie, zoals onshorewind- en zonne-energie, dezelfde subsidie krijgen als veel duurdere technologieën zoals waterstofproductie.

De Commissie heeft de wijziging van de gewijzigde Nederlandse SDE ++ regeling beoordeeld in het licht van de staatssteunregels van de EU, en met name de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 (CEEAG). Daarbij heeft de Commissie heeft vastgesteld dat de regeling noodzakelijk en passend is,  een stimulerend effect heeft, en een beperkte impact heeft op de mededinging en het handelsverkeer binnen de EU. Op basis hiervan heeft de Commissie, op grond van de EU-staatssteunregels, de Nederlandse regeling goedgekeurd.

Bergermeer
De Europese Commissie heeft op 7 juli 2023 op grond van de EU-staatssteunregels ook goedkeuring gegeven aan de herinvoering van een Nederlandse regeling ter ondersteuning van het vullen van de aardgasopslag Bergermeer. Het besluit komt binnenkort beschikbaar onder zaaknummer SA. 106923 in het Staatssteunregister op de mededingingswebsite van de Commissie. De oorspronkelijke steunregeling voor Bergermeer werd in juli 2022 door de Commissie goedgekeurd (SA.103012) en liep af in maart 2023 (zie ook dit ECER-bericht).

Nederland heeft de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om de regeling opnieuw in te voeren, met een budget van 370 miljoen euro. De regeling is bedoeld als stimulans voor de capaciteitshouders van de opslagfaciliteit om de seizoensgebonden gasopslag te vullen, gezien de hoge prijsvolatiliteit op de markt.

De steun zal de vorm aannemen van een verzekering tegen negatieve gasprijsverschillen tussen winter en zomer, dus wanneer de marktprijzen voor gas in de zomer hoger zijn voor de aankoop en opslag van gas, in vergelijking met de winter voor de verkoop ervan. De steun zal marktdeelnemers stimuleren om seizoensgasopslagplaatsen te vullen door i) de kosten van gasopslag in de zomer te dekken voor het winterseizoen wanneer de spreads tussen winter en zomer te laag zijn om de kosten te dekken, en ii) potentiële verliezen te dekken in het geval van negatieve spreads tussen gasprijzen in de winter en de zomer. Het maximale steunbedrag dat Nederland zou kunnen bereiken, is 370 miljoen euro. Als het gemiddelde verschil tussen winter- en zomergasprijzen positief is en de kosten van gasopslag voor de winter dekt, hoeven de Nederlandse autoriteiten geen steun te verlenen. De steun zal worden toegekend via een concurrerende aanbestedingsprocedure om te zorgen dat de steun tot het minimum beperkt blijft. De maatregel geldt voor gas dat tot 20 oktober 2023 in de opslageenheid wordt opgeslagen.

De Commissie heeft de maatregel getoetst aan de EU-staatssteunregels, en met name aan artikel 107, lid 3, onder b), EU-Werkingsverdrag, op grond waarvan de lidstaten steun kunnen verlenen aan specifieke ondernemingen of sectoren om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen. De Commissie concludeerde dat de maatregel passend, noodzakelijk en evenredig is, aangezien hij de gasvoorzieningszekerheid zal vergroten en een ernstige verstoring in de economie zal opheffen, zonder dat de mededinging en het EU-interne handelsverkeer daardoor buitensporig worden verstoord. Op basis hiervan keurde de Commissie de Nederlandse regeling goed op grond van de EU-staatssteunregels.

Meer informatie:

Persbericht Europese Commissie over SDE++
Nieuwsbericht Europese Commissie over Bergermeer
ECER-dossier: Staatssteun