Europese Commissie opent staatssteunonderzoek naar landschapsbeheeractiviteiten

Contentverzamelaar

Europese Commissie opent staatssteunonderzoek naar landschapsbeheeractiviteiten

Het onderzoek door de Commissie naar mogelijk door de Belgische autoriteiten verleende onrechtmatige staatssteun aan drie natuurbeheerorganisaties, ziet op natuurbeschermingsactiviteiten, voorlichting en onderwijsactiviteiten in verband met natuurbehoud en milieubescherming.

De Europese Commissie heeft op 20 juni 2024 een diepgaand onderzoek geopend om na te gaan of de overheidssteun die Belgiƫ tussen 2003 en 2018 aan Vlaamse verenigingen voor landschapsbeheer heeft verleend, in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.

De beoordeling van de Europese Commissie begon op basis van een klacht, waarin werd gesteld dat het Vlaams Gewest en zijn gemeenten onrechtmatige staatssteun in de zin van artikel 107 EU-Werkingsverdrag hebben verleend aan drie natuurbeheerorganisaties, namelijk Natuurpunt Beheer, Limburgs Landschap en Vzw Durme. Deze organisaties verrichten natuurbeschermingsactiviteiten en voorlichtings- en onderwijsactiviteiten in verband met natuurbehoud en milieubescherming. De steun zou met name zijn verleend voor de aankoop van grond die moet worden omgezet in natuurreservaten en voor de exploitatiekosten van bezoekerscentra in die gebieden.

Uit het vooronderzoek van de Commissie is gebleken dat de Vlaamse steun is verleend in de vorm van subsidies met een dekking tot 100 procent van de kosten van de aankoop van grond en van de in de bezoekerscentra georganiseerde onderwijsactiviteiten . Bovendien verrichtten de verenigingen voor landschapsbeheer bepaalde nevenactiviteiten , zoals de verkoop van hout, pacht van grond of cafetaria's in de bezoekerscentra.

Op basis van haar voorlopige beoordeling betwijfelt de Commissie of de Vlaamse overheidssteun in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels .

Volgens jurisprudentie van EU-rechterlijke instanties vormen activiteiten op het gebied van milieubescherming met een sociaal karakter, of onder toezicht van de staat staande onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten voor het grote publiek, geen economische activiteit en wordt steun aan deze activiteiten derhalve niet als onrechtmatige staatssteun beschouwd.

Naast niet-economische kernactiviteiten kunnen marktdeelnemers ook betrokken zijn bij bepaalde nevenactiviteiten. Alleen nevenactiviteiten die hetzelfde belang hebben als- en onlosmakelijk verbonden zijn met- de hoofdactiviteiten, kunnen echter als niet-economisch worden beschouwd, waardoor steun voor die activiteiten dus niet als staatssteun wordt aangemerkt. Als dat niet het geval is dan zouden nevenactiviteiten afzonderlijk worden beoordeeld en als economische activiteiten kunnen worden beschouwd. Overheidssteun daarvoor kan dan wel beschouwd worden als staatssteun.

Daarom heeft de Commissie besloten een diepgaand onderzoek in te stellen om na te gaan of de secundaire activiteiten van de verenigingen voor landschapsbeheer staatssteun hebben ontvangen. De Commissie onderzoekt dus of zij hetzelfde belang van natuurbehoud en -educatie nastreven als de hoofdactiviteiten, en onlosmakelijk verbonden zijn met de hoofdactiviteiten.

Alle belanghebbenden, waaronder de vermeende begunstigden van de steun en de klager, zullen door de Commissie in de gelegenheid worden gesteld opmerkingen te maken over de maatregel.

Onder zaaknummer SA.36303 is meer informatie over deze procedure beschikbaar in het staatssteunregister op de website van DG Concurrentie van de Commissie.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Staatssteun