Europese Commissie presenteert jaarverslag over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten in 2021
Nieuwsbericht | 14-12-2021
Het gaat om het jaarverslag 2021 over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten. Het jaarverslag is op 10 december 2021 gepresenteerd.
Achtergrond
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest) is een ‘state of the art’ catalogus van fundamentele rechten, vrijheden en beginselen. Sinds 1 december 2009 is het Handvest juridisch bindend voor de instellingen van de EU en voor de lidstaten van de EU wanneer zij het EU-recht ten uitvoer brengen.
Om de kennis van iedereen over het Handvest te vergroten, publiceert de Europese Commissie sinds 2010 verslagen over de toepassing ervan. In december 2020 heeft de Commissie een strategie gepresenteerd om de toepassing van het Handvest in de EU te versterken. In die strategie is opgenomen dat het jaarverslag over de toepassing van het Handvest zal worden toegespitst op een specifiek thema dat onder het EU-recht valt.
Het specifieke thema van het jaarverslag van 2021 is de bescherming van de grondrechten in het digitale tijdperk. Dat thema sluit goed aan bij de strategische focus van de Europese Commissie op de digitale transitie.
Het jaarverslag
Het jaarverslag is onderverdeeld in vijf onderwerpen. Deze onderwerpen worden hieronder behandeld.
1. Online-uitdagingen
De verspreiding van illegale inhoud op het internet vormt een uitdaging voor het democratisch debat en voor een aantal grondrechten. In december 2020 heeft de Commissie regelgevende maatregelen voorgesteld om illegale inhoud aan te pakken en tegelijk de grondrechten te beschermen via de digitaledienstenwet. Daarnaast bevordert zij vrijwillige maatregelen via de code ter bestrijding van illegale haatzaaiende taal online. Op 9 december 2021 heeft de Commissie ook een initiatief voorgesteld om de lijst van EU-misdrijven uit te breiden met haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven (zie ook het ECER-bericht over dit initiatief).
2. Waarborgen van de grondrechten bij het gebruik van kunstmatige intelligentie
Het toenemende gebruik van kunstmatige-intelligentiesystemen kan grote voordelen opleveren, maar bepaalde toepassingen zijn complex en ondoorzichtig, wat een uitdaging kan vormen voor de naleving of handhaving van de grondrechten. Veel lidstaten hebben nationale strategieën voor kunstmatige intelligentie ontwikkeld om transparantie, traceerbaarheid en robuustheid te waarborgen en doeltreffende manieren te vinden om de grondrechten na te leven. In april 2021 heeft de Commissie een wetgevingsvoorstel ingediend om ervoor te zorgen dat kunstmatige-intelligentiesystemen die een groot risico vormen voor de grondrechten, naar behoren worden getest en gedocumenteerd (zie ook het ECER-bericht over dit wetgevingsvoorstel).
3. Aanpakken van de digitale kloof
De Covid-19-pandemie heeft het voor mensen zonder de nodige kennis of apparatuur moeilijker gemaakt om toegang te krijgen tot overheidsdiensten die online worden aangeboden. Het verslag laat zien hoe de lidstaten en de EU werken aan verschillende benaderingen om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft.
4. Bescherming van mensen die via platforms werken.
Platformwerk heeft nieuwe economische kansen gecreëerd voor mensen, bedrijven en consumenten. Het vormt echter ook een uitdaging voor de bestaande rechten en plichten op het gebied van het arbeidsrecht en sociale bescherming. Op 8 december 2021 heeft de Commissie een wetgevingsvoorstel goedgekeurd om de arbeidsomstandigheden van mensen die via digitale arbeidsplatforms werken, te verbeteren (zie ook het ECER-bericht over dit wetgevingsvoorstel).
5. Digitaal toezicht
Toezicht kan legitiem zijn, bijvoorbeeld om de veiligheid te waarborgen en criminaliteit te bestrijden, maar niet alle praktijken zijn gerechtvaardigd. In dit verband zijn gegevensbescherming en privacy niet alleen belangrijke grondrechten, maar ook "machtigingsrechten" die de bescherming van andere grondrechten, die door toezicht kunnen worden aangetast, verhogen.
Volgende stappen
De Commissie roept het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten op om dit verslag te gebruiken om van gedachten te wisselen over de uitdagingen en kansen voor de bescherming van de grondrechten in het digitale tijdperk.
Meer informatie: