Europese Commissie start onderzoek naar Belgische staatssteun voor kernenergie

Contentverzamelaar

Europese Commissie start onderzoek naar Belgische staatssteun voor kernenergie

Volgens de Commissie is de Belgische steunmaatregel tot verlenging van de levensduur van twee kernreactoren mogelijk niet verenigbaar met de EU-staatssteunregelgeving.

Op 22 juli 2024 heeft de Europese Commissie een diepgaand onderzoek geopend om na te gaan of de overheidssteun die België voornemens is te verlenen voor de verlenging van de levensduur van twee kernreactoren (Doel 4 en Tihange 3) conform de EU-staatssteunregels is. Het besluit van de Commissie is onder zaaknummer SA.106107 beschikbaar in het Staatssteunregister op de website van DG Concurrentie .

Eerder stelde België de Commissie in kennis van het voornemen om de levensduur van de twee kernreactoren met tien jaar te verlengen met een totale capaciteit van 2 GW. De reactoren zijn mede-eigendom van Electrabel (een dochteronderneming van Engie S.A, met een aandeel van 89,8 procent) en van Luminus (dochteronderneming van EDF, met een aandeel van 10,2 procent).

De Belgische maatregel is erop gericht de elektriciteitsvoorzienings- zekerheid in België en buurlanden te verzekeren en de koolstofintensiteit van de Belgische elektriciteitsmix zo laag mogelijk te houden. De maatregel is een aanvulling op het bestaande Belgische capaciteitsmechanisme, dat ervoor moet zorgen dat er voldoende capaciteit is om elektriciteit te produceren en dat die productie aan de verwachte vraag voldoet.

Op grond van de aangemelde maatregel is België voornemens de verlenging van de levensduur van de twee kernreactoren te ondersteunen door middel van een partnerschap met Engie. Het gaat om:

  • financiële en structurele regelingen, waaronder de oprichting van een 50/50-joint venture tussen de Belgische staat en Electrabel, die samen met Luminus eigenaar wordt van de installaties en de productie, de uitgifte van aandeelhoudersleningen en een kapitaalinjectie door de Belgische Staat en Electrabel voor de kapitaaluitgaven die nodig zijn voor de verlenging van de levensduur, en financiële steunmechanismen van de Belgische staat ( inclusief de voorfinanciering van de kosten en uitgaven van Electrabel voor de ontwikkelingsactiviteiten, een contract for difference (“CfD”) voor de duur van de verlenging, een lening en een operationele cashflowgarantie ) ;
  • de overdracht van passiva van Electrabel aan de Belgische Staat met betrekking tot de langdurige opslag en definitieve berging van kernafval en verbruikte splijtstof; en
  • risicodeling en wettelijke bescherming in geval van toekomstige wetswijzigingen, met name met betrekking tot nucleaire exploitanten in België of de nucleaire activiteiten van Electrabel.

De Europese Commissie is van mening dat deze elementen samen als één enkele maatregel moeten worden onderzocht en staatssteun vormen. Hoewel de Belgische maatregel gerechtvaardigd lijkt, twijfelt de Commissie over de verenigbaarheid ervan met de EU-staatssteunregels en heeft zij daarom besloten het onderzoek in te stellen. De Commissie zal met name onderzoek doen naar:

  • de noodzaak van aanvullende financiële steunmechanismen bovenop het CfD, met name de oprichting van de joint venture en de financiering ervan, alsmede van de operationele cashflowgarantie en de lening;
  • de geschiktheid van het CfD-ontwerp en de combinatie van financiële en structurele regelingen, aangezien die de begunstigden onrechtmatig kunnen ontlasten van een te groot marktaandeel en van operationele risico's;
  • de evenredigheid van de combinatie van financiële en structurele regelingen en van het forfaitaire bedrag;
  • de naleving van de relevante sectorale EU-wetgeving, met name betreffende het ontwerp van het CfD-mechanisme; en
  • het effect van de maatregel op de markt in het licht van het CfD-ontwerp en de selectie en de onafhankelijkheid van de partij die de nucleaire elektriciteit verkoopt.

Het diepgaande onderzoek geeft België en belanghebbende derde partijen de mogelijkheid opmerkingen te maken. Dit zegt nog niets over de uitkomst van het onderzoek.

Achtergrond
Overeenkomstig het EU-Werkingsverdrag staat het lidstaten vrij om hun energiemix, de voorwaarden voor de exploitatie van hun energiebronnen en de algemene structuur van hun energievoorziening te bepalen. Het besluit om kernenergie te bevorderen is een nationale bevoegdheid.

Staatssteun voor kernenergie kan rechtstreeks worden beoordeeld en goedgekeurd krachtens artikel 107, lid 3, punt c), EU-Werkingsverdrag . Lidstaten kunnen op grond van dat artikel onder bepaalde voorwaarden de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid ondersteunen. Wel moet de steun noodzakelijk en evenredig blijven en mogen de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

Na de inwerkingtreding van de nieuwe regels voor de opzet van de elektriciteitsmarkt in juli 2024 beoordeelt de Commissie ook de naleving van de in Verordening (EU) 2024/1747 vastgestelde ontwerpbeginselen voor het CfD.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Staatssteun
ECER-dossier: Energie