Europese Commissie start tweede deel van consultatie over richtlijn over Europese ondernemingsraden

Contentverzamelaar

Europese Commissie start tweede deel van consultatie over richtlijn over Europese ondernemingsraden

De consultatie volgt op een eerdere consultatie en een evaluatie van de huidige richtlijn inzake Europese ondernemingsraden. Daaruit kwamen een aantal verbeterpunten naar voren, waarover de sociale partners nu geraadpleegd worden.

Het betreft de tweede fase van de raadpleging van de Europese sociale partners over een mogelijke herziening van de richtlijn inzake Europese ondernemingsraden (EOR-richtlijn 2009/38). De eerste fase van de consultatie startte in april dit jaar (zie ook dit ECER-bericht) en leverde de Commissie antwoorden op van 11 sociale partners uit de hele EU. De Commissie heeft hierop geconcludeerd dat er ruimte is voor verdere EU-actie ter verbetering van de richtlijn en raadpleegt nu in deze tweede consultatiefase de sociale partners over de mogelijke inhoud van deze verbetering. 

De raadpleging van de sociale partners volgt ook op een eerdere oproep van het Europees Parlement om de richtlijn te herzien. In overeenstemming met de politieke richtsnoeren van de Commissie over resoluties die door het Europees Parlement krachtens artikel 225 van het EU-Werkingsverdrag zijn aangenomen, verbindt de Commissie zich ertoe hieraan gevolg te geven met een wetgevingsvoorstel, met volledige inachtneming van evenredigheid, subsidiariteit en beter wetgeven.

De Commissie vraagt de sociale partners naar hun mening conform artikel 154, lid 2, EU-Werkingsverdrag. Artikel 154 voorziet in een raadpleging van de Europese sociale partners in twee fasen over voorstellen op het gebied van sociaal beleid op basis van artikel 153 EU-Werkingsverdrag. Na deze tweede fase van de raadpleging kunnen de sociale partners onderhandelingen beginnen om een overeenkomst te sluiten op grond van artikel 155 van het EU-Werkingsverdrag. Afhankelijk van het resultaat van de raadpleging van de sociale partners kan de Commissie vervolgens een wetgevingsvoorstel indienen.

Achtergrond
Europese ondernemingsraden (EOR's) bevorderen een gemeenschappelijk begrip van de transnationale uitdagingen waarmee grote multinationale ondernemingen worden geconfronteerd en de betrokkenheid van werknemers bij het besluitvormingsproces. De huidige richtlijn over de EOR voorziet in een procedure voor de oprichting van voorlichtings- en raadplegingsinstanties tussen het management en werknemers vertegenwoordigers in ondernemingen met meer dan 1 000 werknemers die actief zijn in ten minste twee lidstaten.

Uit de evaluatie van de richtlijn door de Commissie in 2018 bleek dat de Europese ondernemingsraden relevant blijven voor het waarborgen en organiseren van de transnationale sociale dialoog in multinationale ondernemingen en dat zij de lidstaten tegelijkertijd de nodige flexibiliteit bieden om de richtlijn aan hun nationale systemen aan te passen. De evaluatie heeft ook tekortkomingen aan het licht gebracht, bijvoorbeeld met betrekking tot het raadplegingsproces van EOR's en de middelen waarover vertegenwoordigers beschikken om hun rechten af te dwingen.

Het Europees Parlement heeft de Commissie verzocht de richtlijn te herzien om de EOR's en hun vermogen om te functioneren te versterken en hun aantal uit te breiden, rekening houdend met de verschillende stelsels van arbeidsbetrekkingen in de lidstaten.

Mogelijke maatregelen waarover wordt geconsulteerd
Het tweede fase-raadplegingsdocument zet mogelijke doelstellingen en mogelijkheden voor EU-maatregelen uiteen om de informatie en raadpleging van werknemers op transnationaal niveau doeltreffender te maken. Concreet zou de herziene richtlijn ervoor kunnen zorgen dat:

- Er geen ongerechtvaardigde verschillen zijn in de informatie- en raadplegingsrechten van werknemers op transnationaal niveau. Dit zou betekenen dat er één pakket voorschriften voor alle EOR's moet komen, om een einde te maken aan de bestaande vrijstellingen van bepaalde ondernemingen van de gemeenschappelijke minimumvoorschriften;
- Het proces voor de oprichting van Europese ondernemingsraden efficiënter en doeltreffender wordt. Bijvoorbeeld door verdere stroomlijning van het proces dat volgt op het verzoek van werknemers om een Europese ondernemingsraad op te richten en het wegnemen van de risico's van onnodige vertragingen of een gebrek aan middelen voor werknemersvertegenwoordigers;
- Alle ondernemingsraden kunnen rekenen op een doeltreffende procedure voor hun informatie en raadpleging en op passende middelen, bijvoorbeeld door meer zekerheid te bieden over het concept van transnationale aangelegenheden;
- De lidstaten de richtlijn doeltreffender handhaven, bijvoorbeeld door middel van doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties en toegang tot de rechter voor werknemersvertegenwoordigers en Europese ondernemingsraden.

De sociale partners die nu worden geraadpleegd over hun standpunten met betrekking tot de mogelijke wegen voor EU-actie kunnen tot 4 oktober 2023 reageren.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Arbeidsrecht