Europese Rekenkamer brengt verslag uit over de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer brengt verslag uit over de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU

De Europese Rekenkamer stelt in het verslag vast dat het screenen van potentieel schadelijke buitenlandse investeringen in de EU blinde vlekken vertoont die afbreuk doen aan de doeltreffendheid en efficiëntie bij het identificeren, beoordelen en beperken van risico’s voor de veiligheid en de openbare orde in de hele EU. Het onlangs vastgestelde EU-kader is een stap in de goede richting en maakt het mogelijk om potentiële bedreigingen van de veiligheid en de openbare orde van de EU op te sporen, maar een groot deel van de Buitenlandse Directe Investeringen (BDI’s) tussen 2020 en 2022 werd niet op EU-niveau gescreend en gerapporteerd. Dit met name omdat sommige landen niet over een screeningmechanisme beschikten, terwijl de landen die dit wel hadden, andere sectoren als kritiek beschouwden of verschillende interpretaties hadden van belangrijke begrippen in de EU-regels.

Het gaat om het op 6 december 2023 gepubliceerde Speciaal verslag 27/2023 van de Europese Rekenkamer (ERK) getiteld “Screening van buitenlandse directe investeringen in de EU - Eerste stappen genomen, maar nog steeds aanzienlijke beperkingen voor een doeltreffende aanpak van de risico’s voor de veiligheid en de openbare orde”. Het verslag is beschikbaar via de website van de ERK .

Achtergrond
De EU heeft de exclusieve bevoegdheid voor het gemeenschappelijk handelsbeleid, terwijl de nationale veiligheid en openbare orde onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de lidstaten vallen. Tot voor kort hadden veel EU-lidstaten geen mechanismen voor de screening van investeringen. De EU-verordening inzake screening van BDI (2019/452) heeft voor het eerst een samenwerkingsmechanisme ingesteld waarmee de lidstaten en de Europese Commissie screeninginformatie en risicobeoordelingen over BDI’s kunnen delen. De screening van BDI’s moet niet alleen voorkomen dat de criteria worden omzeild, maar ook dat de lidstaten protectionistische maatregelen hanteren onder het mom van veiligheid. BDI’s waren in 2021 goed voor een instroom van zo’n 117 miljard euro naar de EU. In de periode 2020-2022 diende Frankrijk de meeste screeningsmeldingen in, op de voet gevolgd door Italië, Spanje en Oostenrijk. Nederland en Luxemburg, die goed zijn voor 50 procent van alle inkomende BDI’s, meldden slechts zeven, respectievelijk nul gevallen.

Het verslag
De openstelling voor BDI’s is een belangrijk principe van de EU-interne markt. Ook kunnen buitenlandse investeringen de groei en innovatie stimuleren in de landen waar het geld wordt ontvangen. Investeringen in strategische sectoren die van cruciaal belang zijn voor de veiligheid en de openbare orde in de EU (bijvoorbeeld havens, kerncentrales, industrie voor halfgeleiders etc.) kunnen soms echter het risico van ongerechtvaardigde controle door investeerders van buiten de EU opleveren (bijv. investeerders die betrokken zijn bij criminele activiteiten of onder controle staan van buitenlandse overheden of strijdkrachten). Dit risico kan toenemen als de EU-lidstaten hun inspanningen niet onderling afstemmen.

De auditors van de ERK stelden vast dat de Europese Commissie de nodige stappen heeft genomen om het kader op te zetten. Dit heeft ertoe geleid dat steeds meer EU-lidstaten nu hun eigen screeningmechanismen vaststellen en nauwer met elkaar samenwerken. Zo kunnen risico’s worden opgespoord die anders misschien onopgemerkt blijven. Er zijn volgens het verslag echter nog verschillende factoren die een goede werking van het systeem in de weg staan: de EU-regels verplichten landen niet om een screeningmechanisme op te zetten en laten hen vrij in het bepalen van de reikwijdte van hun nationale screeningregels. Bovendien hoeven landen het resultaat van hun screeningbesluiten niet aan de Commissie te melden, zelfs niet als zij een advies uitbrengt of als andere EU-lidstaten hun bezorgdheid hebben geuit. De auditors stelden vast dat verschillende landen alleen die verrichtingen meldden die waarschijnlijk van invloed waren op hun eigen veiligheid of openbare orde. Hierdoor kregen de andere lidstaten en de Commissie geen kans om de mogelijke gevolgen voor hen of voor EU-programma’s te beoordelen. Tussen 2020 en 2022 meldden de EU-lidstaten 886 gevallen van gescreende BDI’s bij de Commissie. De ERK stelt onder meer vast dat het aantal meldingen voor een aantal landen niet overeenstemde met het niveau van inkomende BDI’s.

De ontvankelijkheids- en risicobeoordelingen, adviezen en aanbevelingen van de Commissie zijn voor verbetering vatbaar. Hoewel de beoordelingen van de Commissie tot de identificatie van risico’s hebben geleid en helpen om vooruit te denken over mogelijke kwetsbaarheden, troffen de auditors problemen aan in verband met de beoordelingen van de Commissie en in aspecten van de aanbevelingen, die de uitvoerbaarheid ervan kunnen bemoeilijken of die niet stroken met een markteconomische omgeving.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier   : Toezicht op directe buitenlandse investeringen
ECER-bericht: Europese Commissie keurt jaarverslag over de uitvoering van buitenlandse directe investeringen goed (27 oktober 2023)