Europese Rekenkamer publiceert analyse over geleerde lessen Cohesiebeleid
Nieuwsbericht | 24-06-2025
Het gaat om de op 19 juni 2025 door de Europese Rekenkamer (ERK) gepubliceerde Review 04/2025: The Future of EU Cohesion Policy: Drawing lessons from the past alsmede de Belangrijkste feiten en bevindingen.
Tussen 1989-2023 heeft de EU via haar cohesiebeleid ongeveer 1 000 miljard euro aan financiering verstrekt. Tot 2027 wordt er nog eens 400 miljard euro uitgegeven aan cohesie. Dit beleid is hiermee het grootste regionale ontwikkelingsbeleid ter wereld. Volgens de Europese Commissie heeft het cohesiebeleid bijgedragen tot het verkleinen van de sociale en economische verschillen in de EU. Er waren echter verschillen in convergentie tussen de regio’s. In hun analyse wijzen de EU-auditors op een aantal belangrijke factoren die van invloed zijn geweest op de doeltreffendheid van de cohesiefinanciering. Ook presenteren zij hierin de lessen die zijn getrokken uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility — RRF). Bij het opstellen en uitvoeren van het volgende cohesiebeleid, dat in 2028 van start gaat, moet hiermee rekening worden gehouden.
De auditors van de ERK merken in de analyse op dat het cohesiebeleid in de loop der tijd steeds meer prioriteiten en doelstellingen van de EU heeft moeten bestrijken. Gezien de enorme geldbedragen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld, is het beleid ook vaak gebruikt om te reageren op uitzonderlijke situaties, zoals de coronapandemie en de vluchtelingenstroom uit Oekraïne in 2022. De auditors erkennen dat het belangrijk is om flexibel om te gaan met deze middelen, maar wijzen erop dat het cohesiebeleid hierdoor wordt versnipperd. Bovendien ontstaat hierdoor het risico dat het wordt afgeleid van de primaire doelstelling tot het verminderen van regionale verschillen. Het is van belang dat de doelstellingen van het toekomstige cohesiebeleid verankerd blijven in de ontwikkelingsbehoeften van elke regio en dat de nadruk blijft liggen op het versterken van de economische en sociale convergentie.
In vorige beleidsperioden is bij de uitvoering van het cohesiebeleid meer nadruk komen te liggen op prestaties, wat echter volgens de analyse weinig succes heeft gehad. Er kan worden overwogen nationale en regionale hervormingen te ondersteunen om de door de EU gefinancierde investeringen efficiënter en doeltreffender te maken. Betere monitoring en evaluatie van de prestaties zou empirisch onderbouwde beleidsvorming kunnen vergemakkelijken.
De auditors hebben zich ook gebogen over het waarborgen dat cohesiegeld tijdig wordt besteed. Het is van belang dat het wetgevingskader in een vroeg stadium moet worden vastgesteld. Hierdoor wordt een snellere programmering gewaarborgd en kan een passend niveau van voorfinanciering worden geboden, zodat op tijd met de uitvoering kan worden begonnen. Ook het nut van synergiën met andere EU-instrumenten wordt benadrukt.
De EU-auditors hebben er vaker op gewezen dat de regels van het cohesiebeleid te ingewikkeld zijn. Dit kan leiden tot onnodige administratieve rompslomp en vergroot het risico op fouten. Met het huidige zekerheidskader kan dit risico niet voldoende worden beperkt. Indien een resultaatgericht financieringsmodel wordt toegepast op het cohesiebeleid is het van cruciaal belang de tekortkomingen in kaart te brengen die zijn vastgesteld in de RRF dat naar aanleiding van de coronapandemie in het leven is geroepen. Het is met name belangrijk dat toekomstige cohesiefinanciering met voldoende transparantie en verantwoordingsplicht wordt beheerd en dat de regelingen voor het terugvorderen van verkeerd gebruikte middelen doeltreffend zijn.
Meer informatie: Nieuwsbericht Europese Rekenkamer ECER-dossier: Begroting