Europese Rekenkamer publiceert een verslag over btw-fraude bij invoer

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer publiceert een verslag over btw-fraude bij invoer

Het verslag concludeert dat de financiële belangen van de EU en de interne markt niet voldoende worden beschermd tegen btw-fraude bij invoer wanneer vereenvoudigde douaneregelingen worden gebruikt. De controles door de lidstaten vertonen ernstige tekortkomingen. Ook zijn er zwakke punten in de samenwerking op EU-niveau en tussen de lidstaten om misbruik van deze regelingen tegen te gaan.

Het gaat om het op 24 maart 2025 door de Europese Rekenkamer (ERK) gepubliceerde Speciaal verslag 08/2025: Btw-fraude bij invoer – De financiële belangen van de EU worden onvoldoende beschermd bij vereenvoudigde douaneprocedures voor invoer

Voor ingevoerde goederen moet de btw worden betaald wanneer deze de douane-unie van de EU binnenkomen. Het verschuldigde btw-bedrag wordt vastgesteld op basis van douaneaangiften. Btw-fraude bij invoer verstoort de concurrentie op de interne markt en heeft een negatieve invloed op de financiën van zowel de EU als de lidstaten. De auditors van de ERK stelden vast dat vereenvoudigde douaneregelingen voor invoer bijzonder kwetsbaar zijn voor deze vorm van fraude.

De auditors ontdekten mazen en inconsistenties in de EU-regelgeving voor vereenvoudigde douaneregelingen voor invoer, en in de manier waarop de Europese Commissie die regelgeving monitort. Ze bevelen aan om gestandaardiseerde regels in te voeren en te handhaven. Zo zijn er geen geharmoniseerde regels ter regulering van de functies van fiscaal vertegenwoordiger. Verder stelden de auditors vast dat de EU-landen die ze bezochten uiteenlopende procedures hebben voor het ongeldig verklaren van btw-identificatienummers. Daarnaast werden inconsistenties tussen de status van btw-nummers en die van registratie- en identificatienummers van marktdeelnemers (EORI-nummers) gesignaleerd. Dit betekent dat handelaren die de btw-regels overtreden, hun douaneverrichtingen kunnen blijven uitvoeren. Ook verschillen de sancties en straffen aanzienlijk per lidstaat.

De auditors constateerden ernstige tekortkomingen in de controles door de lidstaten van vereenvoudigde btw-regelingen voor invoer. Ze stelden bijvoorbeeld aanzienlijke verliezen vast bij de inning van btw in de steekproef van door hen gecontroleerde invoer. Ook was er geen zekerheid dat goederen van de lidstaat van invoer naar een andere lidstaat worden vervoerd voor verkoop, wat een voorwaarde is voor btw-vrijstelling bij invoer in de EU. De auditors concluderen dat transportbewijzen voor die goederen bij invoer moeten worden verzameld. Daarnaast stuitten de auditors op verschillende gevallen waarbij producten, en dus ook de btw, door de importeur werden ondergewaardeerd, voornamelijk bij smartphones, textiel, schoenen en sieraden.
Door beperkte toegang tot gegevens is het moeilijk om de maatstaf van heffing van de ingevoerde goederen (douaneaangiften) te vergelijken met de waarde van de belastbare verkoop in de verschillende lidstaten, zelfs al moeten aanzienlijke en dus verdachte  afwijkingen tussen deze belastbare bedragen wel worden onderzocht. Sommige door de auditors vastgestelde zwakke punten zullen worden aangepakt door een reeks wetgevingsvoorstellen, maar toch waarschuwen zij dat het risico op misbruik blijft bestaan.

De auditors troffen ook tekortkomingen aan in de samenwerking tussen de lidstaten en op EU-niveau. Regelingen nemen soms veel tijd in beslag en misbruik wordt er niet altijd even doeltreffend mee aangepakt. Ondanks aanbevelingen uit eerdere controles blijft het delen van gegevens problematisch, vooral tussen de belasting- en douanediensten van de verschillende lidstaten.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Belastingen
ECER-dossier: Handelspolitiek