Fit-for-55-pakket van Europese Commissie moet leiden tot bereiken van klimaatdoelen door de EU
Contentverzamelaar
Nieuwsbericht | 15-07-2021
Met de voorstellen van 14 juli 2021 van het Fit-for-55-pakket presenteert de Europese Commissie via de Mededeling: Klaar voor 55: verwezenlijken van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 (Engelstalig) de wetgevingsinstrumenten die nodig zijn om de doelen van de Europese klimaatwet te verwezenlijken en om de economie en samenleving van de Europese Unie om te vormen met het oog op een eerlijke, groene en welvarende toekomst.
Achtergrond
In december 2019 presenteerde de Commissie de
Mededeling over de Europese Green Deal
. Hierin is de doelstelling
vastgelegd om van Europa tegen 2050 het eerste
klimaatneutrale continent te maken. In de Europese klimaatwet
- bestaande uit een voorstel
uit 2018 (nadien nog aangepast) voor een
EU-Verordening en die in juli 2021 in werking
treedt- is in bindende wetgeving vastgelegd dat de
EU zich inzet voor klimaatneutraliteit en voor de
tussentijdse doelstelling om de netto-uitstoot van
broeikasgassen tegen 2030 met ten minste 55 procent
te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990.
De toezegging van de EU om deze netto-uitstoot
dusdanig te verminderen is in december 2020 gedaan,
als EU-bijdrage aan de verwezenlijking van de
doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs
(zie ook ECER-dossier).
Als gevolg van de bestaande klimaat- en energiewetgeving van de EU zijn de broeikasgasemissies van de EU ten opzichte van 1990 al met 24 procent gedaald, terwijl de economie van de EU in dezelfde periode met meer dan 60 procent is gegroeid (zie deze onderzoeksresultaten van het Europese Milieu Agentschap). De economische groei is dus losgekoppeld van de uitstoot. Het Fit-for-55-wetgevingspakket is gestoeld op het beproefde en deugdelijk gebleken wetgevingskader dat al heeft geleid tot deze resultaten.
Voordat het Fit-for-55-pakket werd gepresenteerd heeft de Commissie uitgebreide effectbeoordelingen uitgevoerd om de kansen en kosten van de groene transitie te meten. Zo wordt het voorstel van de Commissie om de netto-emissiereductiedoelstelling van de EU voor 2030 te verhogen tot ten minste 55 % ten opzichte van 1990 ondersteund door een uitgebreide effectbeoordeling (Engelstalig) uit september 2020 en waaruit bleek dat deze doelstelling zowel haalbaar als nuttig is. Ook de andere wetgevingsvoorstellen van het pakket worden ondersteund door gedetailleerde effectbeoordelingen. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met de onderlinge samenhang.
De langetermijnbegroting van de EU voor de komende zeven jaar zal de groene transitie ondersteunen. Van de programma's in het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 en NextGenerationEU is 30 procent bestemd voor de ondersteuning van klimaatactie. Van de herstel- en veerkrachtfaciliteit , waarmee de nationale herstelprogramma's van de lidstaten zullen worden gefinancierd, is 37 procent bestemd voor klimaatactie.
Het Fit-for-55 pakket: diverse,
nauw verweven voorstellen
De diverse voorstellen in
het pakket beogen de noodzakelijke versnelling bij
de reductie van broeikasgasemissies in de komende
tien jaar te realiseren.
De voorstellen zijn
nauw met elkaar verweven en vullen elkaar aan. Het
evenwichtige pakket en de inkomsten
die het genereert zijn nodig om te zorgen voor een
transitie waardoor Europa eerlijk, groen en
concurrerend wordt, en waarbij de
verantwoordelijkheid gelijkmatig over de verschillende
sectoren en lidstaten wordt verdeeld en waar nodig aanvullende
steun wordt verleend.
De voorstellen combineren de volgende elementen:
Toepassing van emissiehandel
op nieuwe sectoren en aanscherping van het bestaande
EU-emissiehandelssysteem
Via het
EU-emissiehandelssysteem
(ETS) (zie ook de
website
en de Vragen
en Antwoorden van de Europese Commissie) wordt
jaarlijks een koolstofprijs bepaald
en het emissieplafond van
een aantal economische sectoren verlaagd.
Hierdoor zijn de
emissies
afkomstig van
elektriciteitsopwekking en energie-intensieve
industriële sectoren de afgelopen jaren al succesvol verlaagd
.
Met het
voorstel
voor een richtlijn (COM (2021) 551) (EN) van 14 juli
2021 stelt de Commissie voor het totale emissieplafond nog
verder te verlagen en het jaarlijkse reductiepercentage te
verhogen. Ook stelt de Commissie een richtlijn
voor (COM (2021) 552) (EN) om de gratis emissierechten
voor de luchtvaart geleidelijk af te schaffen en om deze –
middels een voorstel
voor een besluit van het Europees Parlement en de
Raad (COM (2021) 567) (EN)- in overeenstemming te
brengen met de wereldwijde regeling voor
koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale
luchtvaart (Corsia) en om voor het eerst de emissies van
de scheepvaart in het EU-ETS op te nemen. Om het gebrek
aan emissiereductie in het wegvervoer en in gebouwen aan
te pakken, wordt een afzonderlijk nieuw
emissiehandelssysteem voor de brandstofdistributie voor
wegvervoer en gebouwen opgezet.
Als aanvulling op de aanzienlijke uitgaven voor klimaat in de EU-begroting moeten de lidstaten al hun inkomsten uit de handel in emissierechten aan klimaat- en energie gerelateerde projecten gaan besteden . Een specifiek deel van de inkomsten uit het nieuwe systeem voor wegvervoer en gebouwen moet helpen om de mogelijke sociale gevolgen voor kwetsbare huishoudens, micro-ondernemingen en vervoersgebruikers op te vangen .
In het kader van het voorstel voor een EU-Verordening (COM (2021) 555) (EN) van 14 juli 2021 inzake de verdeling van de inspanningen worden aan elke lidstaat aangescherpte emissiereductiedoelstellingen toegekend voor gebouwen, weg- en binnenlands zeevervoer, landbouw, afval en kleine industrieën (zie ook de Vragen en Antwoorden van de Europese Commissie). Bij het bepalen van deze doelstellingen wordt rekening gehouden met de verschillende uitgangspunten en capaciteiten van elke lidstaat. De doelstellingen worden gebaseerd op het bbp per inwoner, waarbij op grond van kostenefficiëntie aanpassingen zijn aangebracht.
De lidstaten delen ook de verantwoordelijkheid voor het verwijderen van koolstof uit de atmosfeer. In het voorstel voor een EU-verordening (COM (2021) 554) (EN) inzake landgebruik, bosbouw en landbouw wordt een algemene EU-doelstelling voor koolstofverwijderingen door natuurlijke putten vastgesteld, die overeenkomt met 310 miljoen ton CO2-emissies tegen 2030. Nationale doelstellingen vereisen dat de lidstaten hun koolstofputten onderhouden en uitbreiden om dit doel te bereiken. Tegen 2035 moet de EU proberen klimaatneutraal te zijn op het gebied van landgebruik, bosbouw en landbouw. Hierbij worden ook landbouwemissies anders dan CO2 meegerekend, zoals die afkomstig van vee en het gebruik van meststoffen (zie ook de Vragen en Antwoorden en het Factsheet van de Europese Commissie). Het doel van de EU-bosstrategie is om de bossen in de EU te verbeteren, uit te breiden en veerkrachtiger te maken. Deze strategie steunt bosbouwers en de op bossen gebaseerde bio-economie zodat het oogsten en het gebruik van biomassa duurzaam blijft, en de biodiversiteit behouden blijft. De strategie bevat een plan voor de aanplant van drie miljard bomen in heel Europa tegen 2030.
Meer gebruik van
hernieuwbare energie
Energieproductie en -gebruik zorgen voor 75 procent
van de emissies in de EU. Daarom is het van cruciaal
belang dat de overgang naar een groener energiesysteem
wordt versneld. Met het voorstel
voor een richtlijn hernieuwbare energie (COM (2021
557) (EN) van 14 juli wordt een
aangescherpte
doelstelling gesteld om tegen 2030 40 procent van de
energie uit hernieuwbare bronnen te laten komen
. Alle lidstaten dienen hieraan bij
te dragen en er worden specifieke
streefcijfers voorgesteld voor het gebruik van
hernieuwbare energie in vervoer, verwarming en koeling,
gebouwen en industrie. Om zowel de klimaat- als
milieudoelstellingen te halen, worden de
duurzaamheidscriteria
voor het gebruik van bio-energie aangescherpt
en moeten de lidstaten
steunregelingen voor bio-energie zodanig opzetten dat die
in overeenstemming zijn met het zogeheten
cascaderingsbeginsel voor toepassingen van houtachtige biomassa.
Vergroting van
energie-efficiëntie
Om het
totale energieverbruik te verminderen, de
uitstoot terug te dringen en energie-armoede aan te
pakken, zal met het voorstel
voor een richtlijn (COM (2021) 558) (EN) van 14 juli
over energie-efficiëntie een
bindende
ambitieuzere jaarlijkse doelstelling voor het
terugdringen van energieverbruik
op EU-niveau worden vastgesteld.
De richtlijn zal als leidraad dienen voor de
vaststelling van de nationale bijdragen en door de
richtlijn worden de jaarlijkse
energiebesparingsverplichtingen voor de lidstaten bijna
verdubbeld. De
overheidssector
zal jaarlijks 3 procent van zijn
gebouwen moeten renoveren
om de renovatiegolf te stimuleren,
banen te scheppen en het energieverbruik en de
kosten voor de belastingbetaler terug te dringen.
Zie ook de Vragen en Antwoorden en Factsheets over energie , industrie en gebouwen van de Europese Commissie.
Snellere realisatie van
emissiearme vervoerswijzen en daarbij ondersteunende
infrastructuur- en brandstofbeleidsmaatregelen
Als
aanvulling op de handel in emissierechten is een
combinatie van maatregelen nodig om de toenemende emissies
in het wegvervoer aan te pakken. Met een voorstel
voor een EU-Verordening (COM (2021) 556) (EN) van 14
juli met strengere CO2-emissienormen
voor auto’s en bestelwagens zal de overgang naar
emissievrije mobiliteit versneld worden door te
eisen dat de
gemiddelde emissies van nieuwe auto's in
vergelijking met 2021 tegen 2030 met 55 procent zijn
afgenomen en tegen 2035 met 100 procent
. Als gevolg daarvan zullen
alle vanaf 2035 geregistreerde nieuwe auto's
emissievrij zijn. Om ervoor te zorgen dat
bestuurders hun voertuigen in heel Europa
bij een betrouwbaar netwerk kunnen opladen of brandstof
kunnen tanken,
moeten de lidstaten
op grond van het
voorstel
voor een herziene EU-Verordening (COM (2021) 559)
(EN) van 14 juli inzake de infrastructuur voor
alternatieve brandstoffen,
in
overeenstemming met de verkoop
van emissievrije auto's de
laadcapaciteit uitbreiden
, en op regelmatige afstanden
oplaad- en tankpunten installeren op grote
snelwegen: om de 60 km voor elektrisch opladen en
om de 150 km voor het tanken van waterstof.
Vliegtuig- en scheepsbrandstoffen veroorzaken
aanzienlijke verontreiniging en voor deze brandstoffen
zijn specifieke maatregelen vereist als aanvulling op de
handel in emissierechten. De verordening inzake
infrastructuur voor alternatieve brandstoffen vereist
dat
schepen in grote
havens en vliegtuigen op grote luchthavens toegang
hebben tot schone elektriciteit
. Door het voorstel
voor een EU-Verordening (COM (2021) 561) (EN) van 14
juli voor een initiatief-ReFuelEU-Luchtvaart
zullen brandstofleveranciers
verplicht worden om steeds
grotere
hoeveelheden duurzame vliegtuigbrandstoffen
te mengen in de vliegtuigbrandstof
die op EU-luchthavens wordt getankt, met
inbegrip van synthetische koolstofarme brandstoffen
(ook wel e-brandstoffen genoemd). Door een
bovengrens vast
te stellen voor de
broeikasgasinhoud van de energie die
wordt gebruikt door schepen
die Europese havens aandoen zal
met het voorstel
voor een EU-Verordening (COM (2021) 562) (EN) van 14
juli voor een FuelEU Maritime-initiatief het gebruik van
duurzame maritieme brandstoffen en emissievrije
technologieën op een vergelijkbare manier worden
gestimuleerd.
Zie ook de Vragen
en Antwoorden en de Factsheets over vervoer
en waterstof
van de Europese Commissie.
Afstemming van het
belastingbeleid op de Europese Green Deal
Het belastingsysteem voor
energieproducten zorgt voor bescherming en
verbetering van de eengemaakte markt en
ondersteuning van de groene transitie door de juiste
stimulansen te bieden. In een voorstel voor herziening van de energiebelastingrichtlijn
(COM (2021) 563) (EN) van 14 juli wordt
voorgesteld
de belasting op
energieproducten af te stemmen op het energie- en
klimaatbeleid van de EU
, waarbij schone technologieën worden
bevorderd en achterhaalde vrijstellingen en
verlaagde tarieven die momenteel het gebruik van
fossiele brandstoffen stimuleren, worden afgeschaft (zie
ook de Vragen
en Antwoorden en Factsheet
van de Europese Commissie). Het doel van de nieuwe regels is
om de schadelijke effecten van de concurrentie op
energiebelastinggebied te verminderen en de lidstaten te
helpen inkomsten te halen uit groene belastingen, die minder
schadelijk zijn voor de groei dan belastingen op arbeid.
Maatregelen ter preventie van
koolstoflekkage en instrumenten voor het behoud en de aanwas
van natuurlijke koolstofputten
Tot slot zal door
een voorstel
voor een EU-Verordening (COM (2021) 564) (EN) van
14 juli voor een nieuw
koolstofgrenscorrectiemechanisme een koolstofprijs voor
de invoer
van een gerichte selectie producten
ontstaan, die ervoor zorgt dat ambitieuze
klimaatmaatregelen in Europa niet tot koolstoflekkage leiden
(zie ook de Vragen
en Antwoorden en Factsheet
van de Europese Commissie). Hiermee wordt
gewaarborgd dat
Europese emissiereducties bijdragen tot een wereldwijde
daling van de emissies
in plaats van de koolstofintensieve
productie naar landen buiten Europa te verschuiven.
Het mechanisme is ook bedoeld om de industrie buiten
de EU en om internationale partners aan te moedigen
stappen in dezelfde richting te zetten.
Een sociaal rechtvaardige transitie
Hoewel de voordelen van het klimaatbeleid van de EU op
de middellange tot lange termijn duidelijk opwegen tegen de
kosten van de transitie, bestaat er een korte termijn risico
dat huishoudens met een lager inkomen, micro-ondernemingen en
vervoergebruikers door het klimaatbeleid extra onder druk
komen te staan. Bij de vormgeving van het beleid in het
Fit-for-55-pakket worden de kosten van de aanpak van en de
aanpassing aan de klimaatverandering daarom eerlijk gespreid.
Daarbij genereren instrumenten voor koolstofbeprijzing inkomsten die opnieuw kunnen worden geïnvesteerd om innovatie, economische groei en nieuwe schone technologieën te stimuleren. Er wordt een nieuw sociaal klimaatfonds voorgesteld om te voorzien in specifieke financiering voor de lidstaten om mensen te helpen investeringen in energie-efficiëntie, nieuwe verwarmings- en koelsystemen, en schonere mobiliteit te financieren. Het sociaal klimaatfonds zou uit de EU-begroting worden gefinancierd met een bedrag dat overeenkomt met 25 procent van de verwachte inkomsten uit de handel in emissierechten voor de bouw en het wegvervoer. Op basis van een gerichte wijziging van het MFK zal aan lidstaten voor de periode 2025-2032 financiering worden verstrekt. Met een voorstel om van overeenkomstige financiering van de lidstaten gebruik te maken, zou door het fonds ook financiering voor een sociaal rechtvaardige transitie vrijgemaakt worden (zie ook de Factsheet van de Europese Commissie).
Meer informatie
- Persbericht Europese Commissie
- Website Europese Commissie: Green Deal
- ECER-dossier: Milieu
- ECER-bericht: Voorlopig akkoord over Europese Klimaatwet bereikt (28 april 2021)