Geen meerderheid in Tweede Kamer voor initiatiefwetsvoorstel over verankering EU-lidmaatschap in de Grondwet

Contentverzamelaar

Geen meerderheid in Tweede Kamer voor initiatiefwetsvoorstel over verankering EU-lidmaatschap in de Grondwet

Op 25 februari 2021 vond in de Tweede Kamer de stemming plaats over het initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerleden Rob Jetten en Kees Verhoeven om het lidmaatschap van Nederland bij de Europese Unie in de Grondwet op te nemen. Wegens het ontbreken van een meerderheid is het voorstel verworpen.

In mei 2019 dienden de Tweede Kamerleden Rob Jetten en Kees Verhoeven van D66 (hierna: de initiatiefnemers) een initiatiefwetsvoorstel in tot wijziging van de Grondwet. In het voorstel is in de eerste plaats een bepaling opgenomen die stelt het Koninkrijk lid is van de Europese Unie. Ten tweede stellen de initiatiefnemers voor om in de Grondwet op te nemen dat de wet de betrokkenheid van het Parlement bij de besluitvorming van de Europese Unie over wetgeving en verdragen zal regelen (zie hier het initiatiefwetsvoorstel en de Memorie van Toelichting ). 

Volgens de initiatiefnemers is het belang van de EU in de Nederlandse rechtsorde zo groot, dat het onjuist zou zijn als daaraan niet op het niveau van de Grondwet aandacht wordt besteed. In dit kader stellen zij dat de EU niet langer slechts een onderdeel is van het Nederlandse buitenlandbeleid, maar dat de EU door de jaren heen vervlochten is geraakt met het Nederlandse staatsbestel. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de lidstaten de bevoegdheden op bepaalde beleidsterreinen hebben overgedragen aan de EU (bijvoorbeeld het monetair beleid voor de euro), uit de directe doorwerking en voorrang van Europese wetgeving en uit het feit dat burgers vergaande rechten ontlenen aan het EU-recht (bijvoorbeeld door het EU-burgerschap).

Wegens deze vergaande gevolgen is het volgens de initiatiefnemers passend om in de Grondwet op te nemen dat Nederland lid is van de EU. Het opnemen van een dergelijke bepaling zou uiteindelijk ook gevolgen hebben voor de procedure wanneer Nederland uit de EU zou willen treden. Het gevolg is dan namelijk dat de Grondwet eerst zou moeten worden gewijzigd voordat Nederland een kennisgeving zou kunnen doen van het voornemen tot uittreding uit de EU in de zin van artikel 50 van het EU-Verdrag. Op grond van artikel 50 EU-Verdrag kan twee jaar na het doen van een kennisgeving van  het voornemen van een lidstaat tot uittreding uit de EU aan de Europese Raad, de uittreding plaatsvinden. Indien op dat moment nog in de Grondwet zou zijn opgenomen dat Nederland lid is van de EU, zou een ongrondwettige situatie ontstaan (zie ook het advies van de Raad van State).

Daarnaast hoort bij een bepaling omtrent het EU-lidmaatschap volgens de initiatiefnemers ook een bepaling omtrent de parlementaire betrokkenheid bij de besluitvorming van de EU. De voorgestelde bepaling in de Grondwet dient ertoe om de wetgever te verplichten een wet op te stellen over de informatievoorziening door de regering aan de Kamer over de EU-besluitvorming. Volgens de initiatiefnemers is het noodzakelijk om de huidige afspraken over de informatievoorziening door de regering aan de Kamer over de EU-besluitvorming in een wet op te nemen (zie ook ECER dossier : informatievoorziening aan Parlement). Hierdoor zal volgens de initiatiefnemers de kenbaarheid van de afspraken worden bevorderd, wordt gewaarborgd dat het parlement voorafgaand aan de EU-besluitvorming invloed kan uitoefenen en wordt een waarborg geboden tegen het beëindigen van de bestaande praktijk omtrent de informatievoorziening.

Op 25 februari 2021 vond in de Tweede Kamer de stemming plaats over het voorstel. GroenLinks, 50PLUS en D66 stemden vóór het wetsvoorstel, maar de overige partijen stemden tegen (SP, PvdD, Van Kooten-Arissen, PvdA, Krol, DENK, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV en FVD). Doordat er geen meerderheid bestond in de Tweede Kamer is het initiatiefwetsvoorstel verworpen. 

Meer informatie:

  • Zie hier een overzicht van alle Kamerstukken inzake het initiatiefwetsvoorstel

ECER-bericht: Initiatiefwetsvoorstel over opneming EU-lidmaatschap in de Grondwet (9 januari 2020)